Amanda Vollenweider werkt als projectleider in Amsterdam. Ze leidt verschillende projecten binnen de culturele sector, maar is momenteel vooral druk met het project Van Oostsanen. Hiervoor houdt ze overzicht op het hele project en is ze verantwoordelijk voor zaken als de interne communicatie, planning en budget. Ook moet ze veel overleggen met de projectgroep en de directie van beide musea.
Het meest bijzondere van dit project tot nog toe vindt ze alle toezeggingen voor de bruiklenen: “Het was een enorme klus om dat te regelen. Maar het is heel bijzonder dat er nu zo veel werken uit het buitenland naar de tentoonstelling komen!” Ook met het partnerschap van de ANWB dat ze heeft kunnen regelen, is ze heel blij. “Voor Het land van Jacob gaan we met de ANWB verschillende wandel-, fiets- en autoroutes door het landschap van Jacob ontwikkelen, dat wordt heel gaaf.”
Vóór dit project was Amanda nog nauwelijks bekend met Jacob Cornelisz. Niet gek, Jacob is ook nog niet bekend in Nederland. Door de Hollandse Meesters uit de Gouden Eeuw zoals Rembrandt en Vermeer zijn de kunstenaars van vóór die tijd een beetje ondergesneeuwd. “Jammer, want zij hebben juist de basis gecreëerd voor de schilderkunst uit de Gouden Eeuw. Kunstenaars zoals Jacob hebben in zekere zin het fundament gelegd voor de volgende generatie.”
Amanda vindt het daarom belangrijk dat er nu een tentoonstelling aan Jacob Cornelisz wordt gewijd. “Hij heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de schilderkunst. Zijn werken zijn daarnaast van zo’n goede kwaliteit, de schilderijen bijvoorbeeld zijn zo nauwkeurig en precies vervaardigd.” Dat zal duidelijk worden op de tentoonstelling. Die overigens geen traditionele opstelling krijgt, hoewel je dat misschien wel zou verwachten bij zo’n kunsthistorisch onderwerp. “De inzet van de vele multimediale producten gaat deze tentoonstelling tot een hele gave beleving maken.”
Dat belooft wat!