Terwijl vrouwen in de tweede helft van de 19de eeuw steeds meer naar buiten gingen, bleef het zaak om een lichte teint te houden. Om niet bruin te worden werden allerlei accessoires ingezet, zoals hoeden, sjaals en parasols. De parasols werden, in tegenstelling tot hoe wij een paraplu nu vasthouden, aan de bovenkant vastgehouden. De parasol blijft dan netjes gesloten.

Twee parasols, 1870-1880, verschillende materialen

Twee parasols, 1870-1880, verschillende materialen


Deze twee modieuze parasols met houten en bamboe stelen, hebben aan het uiteinde een metalen knop omdat de parasol tevens diende als wandelstok. Boven aan de steel zit een bol handvat. De ene parasol heeft een groen zijden dek, en de andere een gebloemd dek (hoewel nu wat vuil). Het dek hoefde niet gelijk te zijn aan de kleuren van de kleding. Het dek werd vaak versierd met ruches, strikken, banden en franjes.

De parasols zijn in goede staat, vaak is het helaas niet meer mogelijk om te volledig uit te klappen. De stof van het dek scheurt dan door de spanning. De parasols worden binnenkort goed gefotografeerd, nu zijn er helaas alleen nog maar zwart-wit foto’s.

Groene parasol van zijde en bamboe, 1870-1880

Groene parasol van zijde en bamboe, 1870-1880