Laura’s werkzaamheden met betrekking tot de tentoonstelling waren erg divers. Ze schreef de verhaallijn voor de tentoonstelling binnen het Amsterdam Museum, schreef en redigeerde teksten, bepaalde mede welke objecten waar moesten komen te staan en hield zich bezig met de inhoudelijke kant van de multimedia. Dit alles natuurlijk in overleg met andere betrokkenen.

LauravHasselt

LauravHasselt

De historische context vindt Laura, die van oorsprong historicus is, erg belangrijk. “De tentoonstelling draait niet puur om de kunst die tentoongesteld wordt, maar zegt ook iets over de stad Amsterdam. Jacob leefde in een stad die zich tussen de middeleeuwen en Gouden Eeuw in bevond. De burgerklasse werd steeds belangrijker, terwijl de kerk geleidelijk aan minder belangrijk zou worden.”

Hoe dat allemaal terug komt binnen de tentoonstelling? In ieder geval niet via een traditionele opstelling. De inzet van multimedia maakt de tentoonstelling een echte beleving. Zoals de applicatie bij de Vogelvlucht waar Laura aan mee heeft gewerkt. “Het schilderij wordt op een heel bijzondere en interactieve wijze gepresenteerd aan het publiek. Met een touchscreen kun je tot in detail inzoomen en je eenvoudig verdiepen in het schilderij. Het is echt heel mooi geworden!”
Wat zou Jacob zelf eigenlijk gevonden hebben van deze tentoonstelling? Laura: “Het zou vast verwarrend voor Jacob zijn geweest. Het fenomeen ‘tentoonstelling’ kende hij namelijk niet; in zijn tijd had ieder schilderij of object een specifieke gebruiksfunctie, zoals het ondersteunen bij het gebed of het levend houden van herinneringen aan overledenen. Nu zijn werken in een museum tentoongesteld worden, zijn ze volledig uit hun context gehaald en hebben ze een andere functie gekregen. Dat zou Jacob vast niet begrijpen.”

“Maar”, vult Laura aan, “tegelijkertijd zou hij het prachtig hebben gevonden. Jacob was erg ondernemend en marktgericht ingesteld. Zo zorgde zijn signatuur waarmee hij zijn werken ondertekende voor herkenbaarheid bij het publiek. Hij zou het geweldig vinden dat hij nu, 500 jaar later, nog steeds herinnerd is en hij weer opnieuw naam zal maken in deze grootse tentoonstelling.”