Vanaf eind zestiende eeuw lieten burgerlijke families penningen maken als aandenken aan een belangrijke familiegebeurtenis. Uit de teksten op de penningen en uit archiefbronnen blijkt dat de penningen werden gegeven aan familieleden en vrienden die bij de familiebijeenkomst aanwezig waren. Bij overlijden werden ze, behalve aan verwanten en vrienden, ook gegeven aan de dragers van de lijkbaar. Deze familiepenningen, meestal uitgevoerd in goud, zilver of brons, zijn een vrijwel uniek Nederlands verschijnsel, waarbij Amsterdam een centrale plaats inneemt. Hier immers woonden de meeste mensen die zich dergelijke kostbare herinneringen konden veroorloven en de kunstenaars die ze konden maken.
In de eerste helft van de zeventiende eeuw dienden de meeste familiepenningen ter herinnering aan huwelijk en overlijden. In de tweede helft van die eeuw kregen de overlijdenspenningen de overhand. In de achttiende eeuw waren vooral zilveren en gouden huwelijken aanleiding voor een penning, maar ook ter gelegenheid van verjaardagen en jubilea werden penningen gemaakt. In de eeuwen erna wordt deze traditie voortgezet. Het laten maken van familiepenningen is tegenwoordig vooral populair in families van penningenverzamelaars.
De vroegst bekende huwelijkspenning werd geslagen ter gelegenheid van het gouden huwelijk van Maarten Ruychaver (1540-1626) en Aleyd van der Laen (1542-1626), dat zij bijna een jaar later op 26 september 1621 in hun huis in Hillegom vierden. Op de penning zijn twee in elkaar geslagen handen afgebeeld met duiven er onder en de familiewapens. In onze museumcollectie bevinden zich een gouden en een zilveren exemplaar van deze penning. Gouden exemplaren waren doorgaans voor het echtpaar, zilveren exemplaren voor de bruiloftsgasten. Deze penning was de eerste in een lange reeks huwelijkspenningen. Hun dochter Anna volgde hen en ook in haar nageslacht werden er tussen 1621 en 1726 maar liefst acht gouden bruiloften gevierd, die met gouden gedenkpenningen zijn vereeuwigd.
Op 30 mei 1764 kwamen de vier broers Jorissen in hun geboortehuis te Wesel bijeen om ‘zamen den Allerhoogsten, voor de van Hem ontvangen weldaaden te danken en van elkanderen, naar het tydelyke afscheid te neemen’. Drie jaar later had nog geen van de broers het tijdelijke verlaten. Uit dankbaarheid en aandenken lieten ze een penning maken dat zij op 18 juli met zijn vieren 332 jaar waren.
Op de voorzijde van de penning zijn de vier broers bij een altaar afgebeeld. De jongste broer Mattheus (1689-1777) was predikant in Wesel en is direct achter het altaar in een toga met bef geportretteerd. De oudste twee broers, de lakenhandelaar Jacob (1679-1771) en de brouwer Theodorus (1682-1771), waren in Wesel blijven wonen. Zij zullen de twee mannen zijn die rechts zijn afgebeeld. Links zal dan Bernardus (1687-1775) staan. Hij had zich voor 1715 als koopman in wijnen in Amsterdam gevestigd en huwde daar Catharina Riethoorn.
Beide penningen zijn afkomstig uit de collectie van Willem Dreesmann, de zoon van V&D-oprichter Anton Dreesmann. Willem was een groot liefhebber van geschiedenis en oudheidkunde. Hij verzamelde vooral op Amsterdamse onderwerpen in schilderijen en grafiek en had een flinke numismatische collectie. Na zijn overlijden werd een groot deel van zijn verzameling voor de stad Amsterdam aangekocht.
In de numismatische collectie van het Amsterdam Museum bevinden zich ongeveer 4500 penningen, afkomstig uit collecties, zoals die van de stad Amsterdam, van Gerard Adriaan Heineken, Willem Dreesmann en de familie Backer. Het afgelopen jaar is deze collectie op familiepenningen onderzocht. Dit leverde circa 350 familiepenningen op, waarvan de vroegste 1621 is gedateerd en de laatste 1986. Onderzoek is verricht naar de opdrachtgevers, de vervaardigers en de gelegenheid.
In het boekje Familiepenningen. Herinneringen aan leven en dood is een representatieve selectie opgenomen. De penningen memoreren speciale gelegenheden, voornamelijk van Amsterdammers, bekende en onbekende. De makers zijn zilversmeden, kunstenaars en medailleurs van Johannes Lutma tot Willem Vis. Binnen iedere categorie is een chronologische volgorde aangehouden.
Het boekje is verkrijgbaar in de museumwinkel en in de webwinkel collectieboekjes.amsterdammuseum.nl.
Klik hier voor meer informatie over de penning van toegeschreven aan Willem van Bylear en hier voor de penning van Carel Frederik Konsé in de Collectie Online.