De opening
Koningin Juliana kent de weg al, want een beetje wordt er wel gesmokkeld met de openingsdatum. In 1969 is het eerste deel van het museum klaar. Dat wordt gevierd met de allereerste tentoonstelling op de nieuwe locatie, ’Weg Wezen, recreatie vroeger, nu en straks‘. Zij heeft de eer om op 20 november de opening te verrichten. In 1975 is het hele gebouw klaar. Het Amsterdams Historisch Museum verwisselt het veel te krappe Waaggebouw aan de Nieuwmarkt, waar het sinds 1926 zetelde, voor deze unieke locatie aan de Kalverstraat. Opnieuw wordt koningin Juliana onthaald. Menig Amsterdammer is vervuld met trots. Op zijn museum! Maar niet alleen Mokum steekt de duimen achter de bretels, ook ver daarbuiten, tot over de landsgrenzen heen, is er veel lof voor de manier waarop de geschiedenis van Amsterdam volgens de nieuwste inzichten gepresenteerd wordt. Er breekt een lange periode van rust aan, althans voor het gebouw.
Kruip-door-sluip-door
Een zee van licht en ruimte. Het is even wennen maar al snel vinden directie en medewerkers letterlijk en figuurlijk hun weg in het nieuwe historische museum. De bezoeker zoekt eveneens zijn weg maar vindt die niet of niet gemakkelijk. De vele bewegwijzeringssystemen ten spijt. De charme van het gebouw - de vele gangen en gangetjes, trappen en trappetjes, de al dan niet doodlopende zalen en kamertjes – blijkt ook de Achilleshiel van het museum te zijn. En een blijvend aandachtspunt.
Het nieuwe millennium
In de museumwereld vindt intussen in het nieuwe millennium een geleidelijke omslag plaats. Nieuwe media spelen een steeds grotere rol in het dagelijks leven en de interactie met de bezoeker kan en gaat daardoor een belangrijkere plaats innemen. Er ontstaat een andere invulling van het begrip ‘museum’. Het Amsterdams Historisch Museum zal uitgroeien tot een stadsmuseum en een sociaal-maatschappelijke positie in de stad innemen. Andere tijden brengen andere wensen en verantwoordelijkheden met zich mee. Het heeft gevolgen voor de manier waarop het museum zich presenteert én daaruit voortvloeiend hoe het ingericht wordt.
Paul Spies
Zes directeuren, 373 tentoonstellingen en enkele miljoenen bezoekers na de opening is daar Paul Spies. Hij neemt op 1 januari 2009 het estafettestokje van Pauline Kruseman over, die op 1 december 2008 afscheid genomen heeft. Hij is een oude bekende. Eerder al trad hij met zijn Kunsthistorisch Advies- en Organisatiebureau d’Arts op als tentoonstellingsmaker en als adviseur. Nu zet hij vaste voet aan wal. Op zijn verlanglijstje staan onder andere een nieuwe entree, een vaste presentatie met historisch overzicht, een kindermuseum en de herinrichting van de Schuttersgalerij. Op de etages aan de Nieuwezijds Voorburgwal worden de thema’s uit de nieuwe ‘quick tour’ door de Amsterdamse geschiedenis verder toegelicht; de ‘verdieping’. Spies hoopt in 2016 al zijn wensen voor het museum gerealiseerd te hebben.
Naamsverandering – 1 januari 2011
De eerste stap heeft geen nog geen gevolgen voor het gebouw maar des te meer voor alle publieke uitingen. Een naamsverandering én een nieuw logo … en nieuw ‘briefpapier’.
Het Amsterdams Historisch Museum lijkt vooral een museum van het verleden te zijn en heeft een stoffig imago. Er heeft inmiddels een accentverschuiving plaatsgevonden. Het museum wil niet langer ‘historisch’ zijn maar vooral een stadsmuseum, dat het verhaal vertelt van ‘toen’, ‘nu’ en ‘straks’. Na de jaarwisseling gaat het verder onder de naam “Amsterdam Museum”. En bij een nieuwe naam hoort een nieuwe huisstijl. Tijdens de nieuwjaarsborrel op 6 januari 2011 vindt de lancering plaats. Het nieuwe logo bestaat uit de woorden ‘Amsterdam’ en ‘Museum’ die samen een cirkel vormen, in witte of rode letters tegen een wisselend rode of witte achtergrond.
Werk aan de winkel
Intussen wordt er hard gewerkt en is het Burgerweeshuis van weleer voor het eerst sinds lange tijd weer even bouwterrein. De museumwinkel gehuisvest in de Nieuwezijdsvleugel van het oude meisjeshuis wordt verplaatst naar het boekhoudershuis en het Museumrestaurant wordt opnieuw ingericht en gaat verder onder de naam ‘Café Mokum’. David & Goliath verlaten hun oude vertrouwde plek en houden nu wacht in de Schuttersgalerij. Het jongenshuis gaat op de schop. Allereerst wordt hier aan één grote entreehal met alle benodigde faciliteiten gewerkt. Kaarten en kluisjes. Met een nieuwe ingang, links van de Schuttersgalerij, nog vóór de poort, die ooit de jongens van de meisjes scheidde óf de meisjes van de jongens. De deuren aan de Nieuwezijds Voorburgwal en de meisjesbinnenplaats worden gesloten. De uitbouw aan de Voorburgwal wordt verwijderd. De poort, die eens slechts een ‘achterdeurtje’ aan de Sint Luciënsteeg was, is nu de hoofdingang.
Het kleine weeshuis, 15 augustus 2011
Terwijl de werkzaamheden in nieuwe ontvangsthal nog in volle gang zijn wordt op 15 augustus 2011 het kindermuseum geopend in de oude onderwijzerswoning, links aan het einde van de grote entreehal. Voor de allerkleinsten en hun ouders en grootouders, is in ‘het Kleine Weeshuis’, het alledaagse leven van het zeventiende-eeuwse Burgerweeshuis tot leven gebracht. De nieuwe permanente familietentoonstelling is gebaseerd op historische feiten en in de decors zijn originele collectiestukken verwerkt.
Amsterdam DNA, 9 september 2011
Een maand later, op 9 september 2011, is de ontvangsthal gereed en gaat ‘Amsterdam DNA’ open voor publiek. De verbouwing die eraan voorafging was ingrijpend. De nieuwe vaste opstelling strekt zich uit over de eerste etage van het jongenshuis en het kinderhuis. ‘DNA’ is via de nieuwe hoofdingang te bereiken. Recht tegenover het restaurant en de museumwinkel. Het is een ‘quick tour’ langs hoogte- en dieptepunten van een kleine 1.000 jaar Amsterdamse geschiedenis. De opstelling is verdeeld in vier tijdvakken: Middeleeuwen, Gouden Eeuw, eind negentiende begin twintigste eeuw en de Moderne Tijd. De bezoeker krijgt de geschiedenis aangeboden aan de hand van de vier kernthema’s; vrijdenken, burgerschap, creativiteit, ondernemerschap. Vier kwaliteiten die al eeuwenlang door het Amsterdamse bloed stromen. Die kernwaarden zouden ook op het museum van toepassing kunnen zijn: creatief en ondernemend maar ook vernieuwend. ‘DNA’ is compact. In drie kwartier krijgt de bezoeker alle informatie die hij nodig heeft om zijn bezoek aan de stad van een historische context te voorzien. ‘DNA’ komt daarmee tegemoet aan de wensen van de met propvolle agenda door de stad vliegende toerist. Een ander vernieuwend element is de gulle inzet van multimedia.
Schuttersgalerij, 22 april 2015
De Schuttersgalerij, inmiddels omgedoopt tot Amsterdam Galerij, speelt een belangrijke rol in Amsterdam DNA. De voormalige Begijnsloot vormt de scheiding tussen het jongens- en het kinderhuis. Eén loopbrug verbond voorheen beide onderdelen. Voor DNA is een tweede brug aangebracht, zodat de nieuwe presentatie een gesloten circuit vormt. Dat niet alleen, ‘DNA’ is een mooie aanleiding om een nieuwe visie op de Schuttersgalerij te ontwikkelen. De immense Schuttersstukken verhuizen naar de Hermitage aan de Amstel om daar deel uit te maken van de ‘Hollanders van de Gouden Eeuw’. De Regentenstukken vinden elders in het museum of in het depot hun plek. Door middel van kijkgaten aan beide zijden, wordt de museumstraat, op één hoog bij ‘Amsterdam DNA’ getrokken. De verhaallijn blijft daarbij gehandhaafd. Op straatniveau wordt een beeld gegeven van wat het museum te bieden heeft. Bepaald niet over het hoofd te zien is het grootste schilderij uit de collectie ‘De Intocht van Napoleon te Amsterdam’ uit 1812-1813 van de hand van de Belgische schilder Matthieu van Bree. Dat geldt ook voor ‘ Mijn Stad: Een feest van verscheidenheid', het veertig meter lange, kleurrijke tapijt, dat door Barbara Broekman ontworpen is. Een ‘patchwork’ van tegels, dat de 179 in Amsterdam woonachtige nationaliteiten met elkaar verbindt.
De spiegelgang
Rest nog het meisjeshuis aan de overzijde van de binnenplaats, dat het zonder ingang moet stellen. De collectie is verhuisd naar het Collectiecentrum in Amsterdam-Noord. De depotruimtes onder het hele museumcomplex zijn leeg. Dat biedt mogelijkheden. Het trappenhuis in de ontvangstruimte leidt naar een knaloranje onderdoorgang naar de vleugel aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Links onder de trappen bevindt zich sinds 2014 het Auditorium, rechts loopt een spiegelgalerij naar de andere vleugel. Mét ‘Droste-effect’.
Nu alle plannen rondom de jongensbinnenplaats gerealiseerd zijn, worden de drie verdiepingen aan de meisjesbinnenplaats heringericht. Hier wordt straks de verdieping van de geschiedenis van Amsterdam aangeboden. Het vervolg op Amsterdam DNA en het slotakkoord van een volledig vernieuwd Amsterdam Museum. Het loopt iets anders.
Berlin is calling
En dan, dan lokt het buitenland. Paul Spies wordt directeur van de Stiftung Stadtmuseum Berlin. Op 30 januari 2016 verlaat hij het museum. Niet al zijn wensen zijn vervuld. De ‘verdieping’ in het meisjeshuis zal wel worden voortgezet. De eerste etage wordt tijdelijke tentoonstellingsruimte en op de benedenverdieping wordt ‘Wereld – Stad’ ingericht, een thematische tentoonstelling waarbij het accent op de rol van de stad op het wereldtoneel ligt. De verwachte openingsdatum is 15 juni 2018. Dat alles onder de bezielende leiding van een nieuwe directeur.
Judikje Kiers
Op 1 maart 2016 treedt Judikje Kiers aan. Zij was directeur van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder en van het Bijbels Museum, samenwerkingspartners van het Amsterdam Museum onder de paraplu van de Amsterdam Heritage Museums. Zij is vertrouwd met het museum. Direct al bij haar aantreden wordt zij voor een grote uitdaging geplaatst.
Het museum ligt verscholen achter de huizen in de Kalverstraat en achter een gesloten front aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Het barst uit al zijn voegen en blijft ondanks recente verbouwingen, opeenvolgende bewegwijzeringssystemen en behulpzame gastvrouwen en -heren een doolhof. Het is tijd voor een volgende stap. De Gemeente Amsterdam en de Raad van Toezicht vragen haar de mogelijkheden van een verhuizing naar een nieuwe locatie verder te verkennen. Judikje Kiers is van het gebouw gaan houden; ze is overtuigd van de historische waarde van de panden waarin het museum gehuisvest is én van de unieke locatie waar het zich bevindt. Een oase van rust in de drukke binnenstad. Het Burgerweeshuis is een belangrijk, misschien wel het belangrijkste ´stuk´ in de collectie, dat zij wil koesteren en voor het publiek wil behouden. Er wordt een wedstrijd uitgeschreven. Vijf architecten van kaliber, krijgen de opdracht het museum opnieuw in te richten. De uitkomst laat nog even op zich wachten. In overleg met de Gemeente Amsterdam wordt er gekeken of de ontwerpen doorslaggevend zijn of dat het museum naar een andere locatie uit moet blijven kijken.
Op 27 oktober 2025, wordt de stad 750 jaar. Een mooie streefdatum voor het Amsterdam Museum nieuwe stijl. Het blijft nog wel even spannend waar het museum van het verleden en van het heden, op die dag haar toekomst viert.