Bloeimaand
Mei is de maand, waarin de natuur weer volop tot leven komt. De winter is verdreven. De werkzaamheden op het land zijn in de voorafgaande maanden maart en april weer hervat met in mei als resultaat uitbundig bloeiende fruitbomen vol bloesem en tuinen vol bloemenpracht. De maand mei staat daarom ook wel bekend als de ‘bloeimaand’.
In het teken van de liefde
Eeuwenlang stond de maand mei ook in het teken van de liefde. Rond de eerste dag vonden er talrijke meifeesten plaats. Het was dé gelegenheid voor trouwlustige jongens en meisjes om toenadering tot elkaar te zoeken. Tot laat in de avond dansten zij rond de meiboom. Er werden bloemenkransen voor elkaar gevlochten en in het holst van de nacht versierden de jongens het huis van hun uitverkoren meisje met meitakken. Kortom, de liefde vierde op allerlei fronten hoogtij.
Dit voor mei zeer kenmerkende thema bracht Casper Luyken in zijn maandprent Maius in beeld. In de tuin van een buitenplaats probeert een deftig geklede vrouw de tuinknecht te verleiden met een door haar gevlochten bloemenkrans. Hij bloost ervan. Volgens het gedicht onder de prent geeft de hele wereld zich in deze maand over aan paringsdrift. Kijk maar naar de kip achter het tweetal, die zich uitdagend bukt binnen het blikveld van de haan, terwijl deze in het zand rondscharrelt. Waarom zou zij haar lieve Hans dan niet met een bloemenkrans mogen kronen?
Verhuismaand
Mei was in vroeger tijden ook de maand, waarin veel verhuizingen plaatsvonden. Dit had te maken met huurcontracten voor telkens één jaar, die gewoonlijk op 1 mei ingingen. De gegoede burgerij in steden als Amsterdam ontvluchtte in mei de stinkende stad en vertrok naar haar buitenhuis met medeneming van een groot deel van haar huisraad. Al deze verhuizingen – over het land of over het water- brachten in de stad een grote chaos teweeg, zoals goed op de tekening van Cornelis Troost te zien is. Er zijn meerdere verhuizingen gaande. De familie op de voorgrond vervoert haar hele hebben en houwen met slechts één enkele kruiwagen, terwijl voor de uitgebreide inboedel van de andere familie minstens twee schuiten nodig lijken te zijn. Deze familie steekt daarbij niet zelf de handen uit de mouwen, maar laat haar personeel de boel naar binnen sjouwen. Zij kijken toe, daarbij genoeglijk keuvelend aan tafel.
Ook Jacob Cats bracht dit verhuisthema in beeld in zijn tekening voor de maand mei. Hij koos echter voor een verhuizing met paard en wagen in een rustiger omgeving ergens buiten de stad.
Jan, de vader van Casper Luyken, bracht voor zijn boek De Bykorf des Gemoeds (1711) ook een verhuizing in beeld. Hier verlaat de familie het huis. De inboedel staat al opgestapeld in de schuit. Mogelijk is dit een familie, die de zomer in haar buitenhuis gaat doorbrengen. In het stichtelijke motto boven de prent leert Jan Luyken ons, dat we al onze schatten in ons hart dragen; met andere woorden het gaat in het leven niet om het uiterlijk vertoon.