Het theaterleven in Amsterdam
Het verlies van dit gebouw, het grootste en meest drukbezochte theater van het land, was een ware tragedie voor de stad. De Schouwburg was ontworpen door stadsarchitect Jacob van Campen, tevens verantwoordelijk voor het Stadhuis op de Dam. Speciaal voor de opening in 1637 schreef Joost van den Vondel zijn beroemde Gijsbrecht van Aemstel. Het theater was duidelijk de trots van de stad. Meer dan honderd jaar lang verzorgde het, bijna onafgebroken, tal van indrukwekkende producties.
Het doek valt
Maar op 11 mei 1772 sloeg het noodlot toe. Die avond stond er een Vlaams theatergezelschap op de bühne. Hun voorstelling werd verlevendigd met spectaculaire rook- en lichteffecten; special-effects avant la lettre. Indertijd werd de belichting in het theater geregeld met honderden kaarsjes die waren opgesteld in delen van het decor. Maar die avond werd het aantal kaarsjes verdubbeld. Door de hitte die dat produceerde vatte het kaarsvet vlam. De vonk sprong over en de brand greep snel om zich heen. Touwen knapten, het doek viel, decoronderdelen suisden naar beneden. Reddeloze toneelregisseurs deden vergeefse pogingen de brand te bedwingen, maar werden weldra door de vlammen ingesloten. De verraste toeschouwers, door de schrik bevangen, verdrukten elkaar op weg naar de uitgang. Binnen een half uur sloegen de vuurtongen uit het dak en binnen enkele uren ging het hele pand én enkele naastgelegen huizen aan de Runstraat in vlammen op. Achttien mensen kwamen om het leven.
De weereld is een speeltooneel
Van het gebouw bleef niets over, alleen de oorspronkelijke toegangspoort herinnert aan de voormalige functie van dit grondgebied. Nadat het vuur was geblust en de slachtoffers geborgen werd het puin gezeefd, op zoek naar eventuele kostbaarheden. Naar verluid had een van de slachtoffers, de chique mevrouw Texeira de Mattos, op die noodlottige avond voor méér dan ƒ 20.000 aan juwelen om.
Redden wat er te redden valt
Voor de acteurs en toneelmakers betekende de teloorgang van de schouwburg dat zij zonder werk kwamen te zitten. Om de gedupeerden van een kleine vergoeding te kunnen voorzien werden er aandenkens aan de afgebrande schouwburg verkocht – brokken hout, stukjes stof en andere parafenalia. In tal van commemoratieve prenten werden de brand en de ruïnes gedocumenteerd. Het kavel aan de Keizersgracht werd geveild. Tegenwoordig staat op deze locatie het chique hotel The Dylan.
Het theaterleven in Amsterdam kwam niet stil te staan. In kleinere theaters en concertzalen vonden sommige acteurs hun heil. Een paar jaar na de ramp, in 1774, werden een plek en de middelen gevonden voor de bouw van een nieuwe schouwburg: de Stadsschouwburg op het Leidseplein.