Maar hoe doe je dat? En vooral: hoe doe je dat goed? Bernadette Schrandt en Harry van Vliet, onderzoekers bij het project gaven op vrijdag 15 februari enkele antwoorden op de overkoepelende onderzoeksvraag: ‘hoe kan ik als tentoonstellingsmaker sturen op de door mij beoogde bezoekersbeleving met digitale media en evalueren wat de impact hiervan is?’  

Die sturingsmechanismen zijn: participatie, narrativiteit, digitale media en sfeer. HvA rector Geleyn Meijer gaf in zijn inleiding een zoals hij zelf zei ‘N=1 voorbeeld’ van het ervaren van sfeer. Hij vond The Basement van het Stedelijk met de Tata Steel platen geen fijne sfeer hebben. Maar anderen zouden daar vast anders over denken.

Beleving scoort het hoogst

Bernadette Schrandt begon haar verhaal met een onderzoek uit 2014: belevingsmusea scoren het hoogst. Op de top 10 kwamen het Rijks en het Stedelijk zelfs niet voor. In totaal zijn zo’n 2000 respondenten onderzocht in 6 verschillende musea. Wat betreft participatie bleek bijvoorbeeld dat 9 % van de bezoekers is niet geïnteresseerd in gesprekken met andere bezoekers. Wat het museum doet met hun bijdragen aan een tentoonstelling vonden velen juist wel interessant. Bij narrativiteit is het belangrijkste: de duidelijkheid van het verhaal. Bezoekers die het verhaal begrepen, zeggen niet alleen meer geleerd te hebben, maar waren ook vaker emotioneel geraakt, geïnspireerd en loyaal aan het museum.

Presentatie Bernadette Schrandt. Foto Annemarie de Wildt

Presentatie Bernadette Schrandt. Foto Annemarie de Wildt

Volgens Harry van Vliet is sfeer lastig te omschrijven en is er ook veel minder onderzoek naar gedaan dan naar narrativiteit: ‘slechts 3 meter aan academische publicaties’. Hoeveel tentoonstellingsmakers hebben de tijd om al die vakliteratuur te lezen. Gelukkig heeft Van Vliet die verwerkt in zijn artikel The measurement of atmosphericsBinnenkort komen de presentaties van de studiedag en de uitgebreide onderzoeksverslagen beschikbaar. Sommige deelonderzoeken, zoals bijvoorbeeld naar de ijstijd tentoonstelling in het RMO zijn er al.

Toolkit

Er was tijdens de studiedag niet alleen sprake van ‘zenden’, we mochten ook aan slag. Het project had namelijk ook tot doel om praktische tools te ontwikkelen waarmee tentoonstellingsmakers gerichter belevingen kunnen creëren en evalueren.

Bernadette Schrandt legt de Experience Toolkit uit. Foto Annemarie de Wildt

Bernadette Schrandt legt de Experience Toolkit uit. Foto Annemarie de Wildt

Ik zat bij de workshop The Experience Toolkit, die vers van de pers en van de 3D scanner van de HvA kwam. In drie kwartier moesten we aan de hand van een gerichte opdracht (een ‘onderdompelende’ tentoonstelling over Friesland) kaartjes selecteren rond vier thema’s interaction, content, sensoaesthetics (esthetiek en sensorische aankleding oftewel: hoe ziet het eruit en hoe voelt/klinkt en ruikt het) en ruimtelijke indeling. De hoeveelheid keuzekaartjes was iets te groot voor zo’n korte tijd en de aangeboden content wat mager. Gebruik van de Toolkit als leidraad bij het nadenken over de look&feel van en interactiviteit in een tentoonstelling kan zeker nuttig zijn, als je daarbij het voor de tentoonstelling verzamelde materiaal gebruikt.

Na drie kwartier kaartjes selecteren. foto Annemarie de Wildt

Na drie kwartier kaartjes selecteren. foto Annemarie de Wildt

Aannames over bezoekers

Mijn tweede workshop ging over het toetsen van verwachtingen aan de hand van een spel waarbij je in de rollen van directeur, marketeer, kassamedewerker, curator, social media, ontwerper, educator en bezoeker de fasen van een tentoonstelling doorloopt: concept, maakfase, de tentoonstelling zelf en evaluatie. Het leidde tot geanimeerde en fundamentele gesprekken en tot meer inzicht in de rollen in het museum. De case was niet makkelijk: een tentoonstelling over de Indonesische objecten Museum Nusantara in Delft vóór de collectie zou worden afgestoten. Met interessante doelstellingen als: het proces van het ontzamelen laten zien (curator) en een positieve, politiek-correcte boodschap (directeur). Een interessant moment in de workshop was toen bleek dat ‘de kassamedewerker’ een heel andere interpretatie bleek te hebben van het doel van het idee van ‘de ontwerper’. Ook heel goed in het spel is dat je je aannames over wat bezoekers gaan doen moet formuleren en later weer testen.

Systematiek

Het kost veel tijd om met alle betrokken in alle fases telkens weer rond de tafel te gaan zitten, maar als je het goed en zorgvuldig doet, leidt het waarschijnlijk tot betere gezamenlijke inzichten en een grotere systematiek dan de soms wat impressionistische manier waarop in musea uitgegaan wordt van veronderstellingen over bezoekersgedrag. Maar het is ingewikkelde materie. Een paar weken geleden deden we in het Amsterdam Museum een workshop om ons beter in te leven en keuzes te maken aan de hand van de mentality modellen van Motivation. Ik had in de workshop afgelopen vrijdag de rol van ‘de bezoeker’. Maar hoorde ik dan bij ‘de traditionele burgerij’ of was ik een ‘post-moderne hedonist’? Ondanks deze kanttekeningen: een hele nuttige middag.

Met deze blog hoop ik bij te dragen aan het laten landen van de inzichten van het project in onze museumpraktijk. En - the proof of the pudding is in the eating -  voor een volgende tentoonstelling ga ik graag met collega’s en focusgroepen aan de slag met de kaartjes met rollen en de slimme vragen die alle medewerkers aan het ‘Tentoonstellingsmaker van de 21ste eeuw’ hebben bedacht.

Nuttige weetjes. Foto Annemarie de Wildt

Nuttige weetjes. Foto Annemarie de Wildt