De Witte Haan (soms ook simpelweg De Haan genoemd) zat eeuwenlang op de hoek van de Geldersekade en de Recht Boomsloot, waar je nu een biertje kunt drinken bij Café ’t Tuinfeest. In 1848 werd de brouwerij geschilderd door Cornelis Springer. Met enige moeite is op het schilderij boven de deur ‘brouwerij’ te lezen, maar de palen waarop witte hanen te zien zijn, zijn een duidelijkere aanduiding dat dit onze brouwerij is. Toen Springer dit schilderde was de brouwerij al eeuwenlang overgeërfd binnen de familie Rendorp. Maar het begin van de geschiedenis van de brouwerij is in 1611, als de brouwerij wordt gesticht door Pieter Dircksz Hasselaer.
De familie Hasselaer brouwt bier voor hun schepen
Pieter Dircksz Hasselaer kwam uit Haarlem (Ja inderdaad familie van, Kenau was zijn tante), naar Amsterdam. Daar was hij nauw betrokken bij het begin van de Amsterdamse koloniale handel, hij was bijvoorbeeld één van de eerste bewindhebbers van de VOC. Voor zijn schepen had hij voedsel en drank nodig, waarvoor hij de productie in eigen handen nam, hij startte een scheepsbeschuitbakkerij én - belangrijker voor ons verhaal - een brouwerij; eerst De Witte Arent in de Nieuwezijds Houttuinen en vanaf 1611 De Witte Haan op de Geldersekade. Na zijn dood in 1616 zette zijn weduwe, Margriet Benning de zaken voort, ook de brouwerij. Daarna ging het bezit van de brouwerij over op een dochter van Pieter Dircksz Hasselaer uit zijn eerste huwelijk, Balichgen. Zij trouwde in 1597 met Pieter Evertsz Hulft, die – net als zijn schoonvader – de handel combineerde met het brouwen van bier.
In de volgende generatie komen we dan een al bekende achternaam tegen, Joachim Rendorp nam de brouwerij over van Balichgen Hasselaer, die zijn schoonmoeder was, want hij trouwde in 1646 met haar dochter Brigitta Hulft. Rendorp is als sergeant geportretteerd op een schuttersstuk van Van der Helst. Daar wijst hij met zijn hellebaard in de richting van een biervaatje van zijn eigen brouwerij De Witte Haan. Dat is nog eens een sterk staaltje ‘product placement’! Rendorp combineerde ook al het brouwen van bier met koophandel overzees. Bovendien was De Witte Haan de leverancier voor het bier op VOC-schepen.
De familie Rendorp en de Witte Haan
Vanaf Joachim Rendorp kan er een vrij rechte lijn van overerving getrokken worden van de brouwerij De Witte Haan binnen die familie. Joachims zoons en later zijn kleinzoon namen het over. Diens zoon was de invloedrijke Pieter Rendorp die maar liefst acht keer burgemeester was. En daarnaast ook bierbrouwer in De Witte Haan dus. Het was helemaal niet ongewoon dat bierbrouwers zo veel macht hadden; Pieter Hasselaer was ook al lid van de raad van Amsterdam, net als Joachim Rendorp. De bieraccijnzen maakten een zeer groot deel van de inkomsten van de stad uit. Met dat geld kwam ook zeggenschap in stadsregeringszaken, zoals een raadslidmaatschap of burgemeesterschap.
Na burgemeester Pieter Rendorp, waren zijn zoons aan de beurt om de brouwerij over te nemen, ook weer Joachim Rendorp en Pieter Rendorp geheten. En zo bleven de generaties Rendorp brouwer in De Witte Haan. Zij kochten in 1849 nog brouwerij De Sleutels op, maar in 1888 ging De Witte Haan zelf op in een groter concern, De Gekroonde Valk. Het betekende het eind van de betrokkenheid van de familie Rendorp, maar de nieuwe eigenaar van het merk bleef nog tot begin twintigste eeuw de bieren van De Witte Haan produceren.
Bier en de koloniën
Elke opeenvolgende generatie brouwers van De Witte Haan combineerde het brouwen met het koopmanschap. De eerste brouwer, Pieter Hasselaer, was zelfs bewindhebber van de VOC en die band met de handelscompagnie bleef innig. De Witte Haan leverde het scheepsbier, maar ging later ook het zwaardere Haantjesbier produceren, dat al gauw in ruime hoeveelheden naar de koloniën werd vervoerd. In juni 1701 kwam bijvoorbeeld het schip Kattendijk in Batavia aan met maar liefst 150 vaten Haantjesbier. Het zou een populair koloniaal bier blijven tot ver in de twintigste eeuw. Daarna werd het transport van bier over zee te duur om nog winstgevend te zijn, ook omdat er plaatselijke brouwerijen gesticht werden, zoals de brouwerij van Heineken in Soerabaja in 1929. In zekere zin is Heineken de opvolger van het exportbier van De Witte Haan, Heineken wordt over de hele wereld verkocht en daarmee is Amsterdams bier eigenlijk nog altijd voor alles een exportproduct.
Tot en met 1 november is de tentoonstelling Bier- Amsterdam, stad van bier en brouwers te zien in het museum. Zie ook: https://bier.amsterdammuseum.nl/