Op een grauwe maandagmiddag vertelt Lotte mij via Zoom over haar favoriete plekje in Amsterdam. Vanwege COVID-19 zit zij namelijk in quarantaine. In haar kamer aan de Prinsengracht antwoordt ze dan ook lachend dat ze inderdaad niet kan wachten om terug naar de OBA te mogen wanneer haar quarantaineperiode voorbij is.
Lotte is in Uitgeest opgegroeid, maar is vijf jaar geleden naar Amsterdam vertrokken. Voor haar studie Nederlands en haar vriendengroep die zich in Amsterdam ontwikkelde. Ondertussen heeft zij gepubliceerd in een verhalenbundel bij de Prometheus en heeft zij een columnwedstrijd van de Volkskrant gewonnen. Nu schrijft ze nog steeds verhalen en werkt ze aan een groter project, maar wat dat project is houdt ze liever nog eventjes geheim. Het liefst werkt ze, zodra het weer mag, in de bibliotheek zelf. Omringd door mensen en verhalen, pakt zij er graag een boek bij dat haar aanspreekt om het vervolgens in één keer uit te lezen.
Voor haar is deze bibliotheek typisch Amsterdam. Zo denkt Lotte aan de openbaarheid, het diverse publiek: “Het representeert Amsterdam, omdat het een openbare plek is waar iedereen kan zitten. Van zwerver tot geleerde. Die variatie vind ik wel tekenend voor Amsterdam. Daarnaast is er ook een vaste tentoonstelling over Gerard Reve en een soort van Harry Mulisch plein, waardoor er ook klassieke Amsterdamse schrijvers verbonden zijn aan de bibliotheek”.
Wanneer ik haar vraag of zij zich ook Amsterdammer voelt, antwoordt zij: “Ik heb wel door hoe de stad werkt. Als ik in Uitgeest ben voel ik mij niet meer het dorpse meisje van vijf jaar geleden, maar dat draag ik nog wel mee. Dat ik tussen de weilanden ben opgegroeid en iedere dag een half uur moest fietsen naar school. Dat is hier wel anders”. Ze voelt zich hier wel meer zich op haar gemak, vanwege grootte van de stad, de mogelijkheden om jezelf te ontplooien en omdat haar vrienden hier zitten. Vooral de dynamiek van Amsterdam zou ze niet willen missen.
Tegen de tijd dat deze blog gepubliceerd wordt, is de quarantaine van Lotte weer voorbij. Het zou mij niet verbazen als zij weer op haar favoriete plekje zit. Aan het schrijven in de OBA.