In 1579 wordt gewetensvrijheid als basisprincipe vastgelegd voor de Republiek, een internationaal unicum. De Staten-Generaal en de inwoners van de Republiek tekenen daarmee tegen vervolging om geloofsredenen. De vrijheid, die door de calvinisten wordt geclaimd, geldt daarmee, in meerdere of mindere mate, ook voor anderen. Voor katholieken, joden, lutheranen of doopsgezinden geldt dat zij niet hoeven te vrezen voor vervolging, laat staan de brandstapel.
Vrijheid krijgt een eigen dynamiek in de internationaal georiënteerde, Nederlandse economie.
Gelijkheid en gelijke kansen zijn er ondertussen niet in deze samenleving. Vrouwen zijn relatief zelfstandig en goed opgeleid, maar gelijkheid met mannen is uitgesloten. Voor calvinistische inwoners, calvinistische immigranten, doopsgezinden of joden geldt telkens een andere uitgangspositie. Allen hebben kansen, maar de kansen verschillen per groep. Vanuit modern oogpunt is het een samenleving met veel ongelijkheid; vanuit het oogpunt van toen is deze vrijzinnig en divers.
De andere kant van het verhaal
In het begin van de 17de eeuw zijn de Nederlandse protestanten afkerig van slavernij en slavenhandel: dat is meer iets voor katholieke Spanjaarden. Maar bezit van plantages (in Brazilië) leidt ertoe dat Nederlanders ook slaven gaan verhandelen en exploiteren. Aanvankelijk spelen vooral immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden en joden een belangrijke rol in de slavenhandel vanwege hun internationale handelsnetwerk. Antwerpenaar Paulus Godin (1615-1690) is één van hen: handelaar in textiel en slaven en bewindhebber van de West-Indische Compagnie. Al in het begin van de 17de eeuw zijn er joodse families in Amsterdam met zwarte bedienden. Sommigen zijn zelf ook joods, zoals Elieser, die in 1629 werd begraven op de joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk.
In de Bijbel worden argumenten gevonden om slavernij te verdedigen, maar kerstening van slaven wordt afgewezen. Voor het merendeel van de Europeanen is slavernij van zwarte mensen in de 17de, 18de en 19de eeuw vanzelfsprekend. Een opmerkelijke figuur is Jacobus Capitein, die als jongen gevangen en tot slaaf gemaakt werd. Hij kwam met zijn eigenaar naar Nederland, mocht studeren en in zijn proefschrift in 1742 verdedigde hij de slavernij als "niet strydig tegen de christelyke vryheid".
Meer informatie?
Wil je meer lezen over geloofsvrijheid en geloof in slavernij?
- Joden in Suriname, BukuBooks.
- Carla Boos, De Slavernij (2011).
- David Nii Anum Krobi, Mission in chains. The life, theology and ministry of the ex-slave Jacobus E.J. Capitein (1717-1747) with a translation of his major publications (1993).
- Henri van der Zee, 's Heeren Slaaf. Het dramatische leven van Jacobus Capitein (2000).