Sinds Keti Koti in het Oosterpark gevierd wordt, komt Marcia elk jaar. Ze neemt een vrije dag op, want de afschaffing van de slavernij moet herdacht en gevierd worden. Marcia draagt vandaag een traditionele wijde koto met een zwarte rok, de onderrok van een gewaad dat ooit gedragen is door een katholieke priester, en een wit jakkie met een tekst op de rug. De tekst heeft ze erop laten drukken. Rond het woord Un (ons) staat: Feti (gevecht) Brudu (bloed) Sweti (zweet) Watia-ai (tranen) en Strei (strijd). Om haar hoofd heeft ze een zwarte doek gewikkeld. “Het was de bedoeling om die op een Ghanese manier te knopen – daar komen we immers oorspronkelijk vandaan – maar dat is niet helemaal gelukt.”
De kleuren symboliseren voor haar de zwarte bladzijde van de witte geschiedenis. “Ik begrijp heel goed dat andere mensen in kleurrijke gewaden rond lopen, maar voor mij voelt het niet echt goed. Ik wil graag op een serene manier herdenken.”
Marcia heeft alle kleding zelf gemaakt, met wat hulp van haar moeder en van mevrouw Agnes. Ze is blij dat ze het verhaal van haar kleding kan vertellen en dat het bewaard blijft.