Ze kennen elkaar nog niet zo lang. “Min of meer door haar” is Tino meegekomen om 150 jaar afschaffing te vieren. Hij komt uit Apeldoorn, dus de Amsterdams-Surinaamse cultuur is nog wat onwennig, maar Tino houdt van andere culturen, dus dat komt wel goed. Het Surinaamse eten vindt hij in ieder geval erg lekker.
Sherida vertelt dat ze vroeger op de basisschool altijd angisa’s droegen op 1 juli. Vaak vouwden ze die zelf van krantenpapier. Haar moeder droeg regelmatig een koto, maar zij houdt niet zo van zware koto’s. Soms op een feestje is het wel leuk. Wat de betekenis van haar angisa is, weet ze niet. Ze heeft het hele geel-groen geruite setje kant en klaar gekocht. Haar sieraden zijn wel traditioneel: ze draagt een ketting van indibokko: indiaanse kralen. Haar armbanden zijn gemaakt van alle kleuren – alla kondro – wat staat voor de verbondenheid van de wereld. De tijgertand die ze draagt is niet traditioneel. Ze vindt hem gewoon mooi.
In haar rokband draagt Sherida een zakdoek met de Surinaamse vlag. “We zijn nu eenmaal trots op ons land. Ik voel me een Surinaamse met een Nederlands paspoort”.