De oranje lockers zijn het symbool voor de overgang tussen werk en vrije tijd. De deuren openen naar verhalen, objecten en beelden uit de huidige samenleving, geschiedenis en toekomst. Ze roepen op tot vragen over onze ideeën over ruimte, het menselijk lichaam, verstorende veranderingen in de aard van werk en werkomstandigheden, wereldwijde ongelijkheden en nog veel meer. Na het succes van het Nederlandse paviljoen in Venetië zijn de lockers met inhoud verhuisd naar Het Nieuwe Instituut in Rotterdam, waar ze nog tot en met 10 maart te zien zijn. De website toont de bijdragen van de architecten, kunstenaars, designers, historici, musici en theoretici die door curator Marina Otero Verzier uitgenodigd werden om een bijdrage te leveren.

John en Yoko suite in Hilton Hotel, onderdeel van Work Body Leisure, foto Annemarie de Wildt

John en Yoko suite in Hilton Hotel, onderdeel van Work Body Leisure, foto Annemarie de Wildt

Aan het onderdeel Architecture of Sex Work, werkte naast het Amsterdam Museum ook de Foundation for Responsible Robotics mee. Twee objecten uit de collectie van het Amsterdam Museum maken deel uit van de tentoonstelling: de afvalbak van de nu gesloten officiële tippelzone en een verboden te parkeren bord, waar buurtbewoners de benen van een prostituee op geschilderd hebben als protest tegen tippelen in hun buurt. Ik leverde een bijdrage aan de catalogus met een beeldessay ‘Sex for Sale’. Het staat tussen verhalen over het New Babylon project van Constant Nieuwenhuis, het ‘24/7 bed’, grafische interfaces en automatische landschappen. Work, body, leisure - werk, het lichaam en vrije tijd. Het lijkt wel een korte samenvatting van sekswerk: meestal gaat het om twee lichamen, voor de één (meestal een vrouwelijk lichaam) is betaalde seks werk, voor de ander (meestal een mannelijk lichaam) is het vrije tijd.

Architectuur van prostitutie

Prostitutie maakt al eeuwenlang deel uit van het stedelijk landschap. Politiek gaat de omgang met prostitutie al eeuwenlang van verbod naar tolerantie en weer terug. Een verbod op prostitutie of op het houden van bordelen zorgde ervoor dat het ondergronds doorging of soms zelfs heel openbaar werd, zoals in de jaren 1970’s en 1980's op de Amsterdamse Wallen. Het houden van bordelen was tot 2000 officieel verboden. Maar toch veranderde het wallengebied in het oude middeleeuwse centrum van Amsterdam in een oord met glinsterend neonlicht en vrouwen halfnaakt in ramen. Inmiddels belichamen de Wallen, zoals Marina Otero Verzier in haar inleiding stelt, de architectuur van sekswerk.

Foto's van Tess Jungblut in Work, Body, Leisure. foto Annemarie de Wildt

Foto's van Tess Jungblut in Work, Body, Leisure. foto Annemarie de Wildt

De foto’s van Tess Jungblut, die voor het eerst te zien waren in het Amsterdam Museum op de tentoonstelling The Hoerengracht, getuigen van de veranderingen na de formele legalisatie in 2000. Raambordelen werden aangepast in overeenstemming met nieuwe voorschriften. De oude kamers met hun rode gordijnen en tapijten en roze schemerlichten werden omgevormd tot betegelde hygiënische cabines, voorzien van kluisjes voor persoonlijke bezittingen van de vrouw en een alarmknop. In de peeskamers van de jaren tachtig, die Edward en Nancy Kienholz inspireerden tot hun installatie The Hoerengracht, zijn de verschillende persoonlijkheden van de vrouwen die er werken zichtbaar en voelbaar. Wat is de relatie tussen de hedendaagse betegelde werkplekken die de mensen daar voor een dagdeel ‘een raam’ huren lijken te transformeren tot inwisselbare sekswerkers?

Tippelzone

De objecten die het Amsterdam Museum verzamelde, verwijzen naar een vorm van sekswerk die bijna is verdwenen. In de 1980’s werden de ‘heroïnehoeren’, zoals ze vaak genoemd werden, uit het stadscentrum verdreven. Deze vrouwen wierven hun klanten op de Amsterdamse straten om geld te verdienen om heroïne te kopen. Ze werden getolereerd op een kade achter het Centraal Station, nadat tippelen in de binnenstad niet meer toegestaan werd. In 1995 werd een tijdelijke tippelzone op de Prins Hendrikkade aangelegd door de gemeente. De bewoners protesteerden door een parkeerverbodsbord te voorzien van vrouwenbenen op hoge hakken.

De tippelzone werd een jaar later verplaatst naar een industrieel gebied aan de Theemsweg, ver weg van de binnenstad. Elke dag, als de fabrieken sloten, kwam de tippelzone tot leven. De prullenbak, bestemd voor condooms, heeft daar gestaan, voorzien van het Amsterdamse logo met de drie kruizen en de tekst 'vrij veilig'. In 2003 werd de zone gesloten; het was te ver weg van het stadscentrum voor straatprostituees die dicht bij hun dealers wilden werken en er waren sterke aanwijzingen van mensenhandel.

Project 1012

De beroemde raamprostitutie in het red light district staat nu in 2019, één jaar voor 20 jaar opheffing van het bordeelverbod onder druk. In 2007 is project 1012 gestart, vernoemd naar de postcode van het stadscentrum. In juni 2018 constateerde de Amsterdamse Rekenkamer dat de gemeente geen grip heeft weten te krijgen op de economische ontwikkeling, dat raamprostitutie ‘beter beheersbaar’ is gemaakt, en dat criminele activiteiten van karakter zijn veranderd. Ze zijn heimelijker geworden. 

Paradoxaal genoeg kan de opkomst van het toerisme de Wallen de doorslag gegeven bij het verdwijnen van de Wallen als prostitutiegebied. Een red light district gedijt bij een zekere mate van geheimzinnigheid. Klanten willen niet worden verwelkomd door groepen toeristen als ze een raambordeel verlaten. Sekswerkers hebben een hekel aan de groepen jonge dronken mannen die vooral kijken maar niet kopen. Het sluiten van de ramen had een negatief effect op de positie van sekswerkers, constateerde de Rekenkamer. En nu komen daar ook de 'kijken, kijken en fotograferen, maar niet kopen'- toeristen bij.

Doors of No Return

De rosse buurt, zoals de Wallen vroeger vaak genoemd werd, is een slagveld tussen de gemeente, investeerders, bordeelhouders, sekswerkers, mensen/organisaties die de rechten van sekswerkers verdedigen en abolitionisten. Prostitutie wordt vaak vergeleken met hedendaagse slavernij. Lichamen worden verkocht, gedurende tien minuten of een paar uur. Rondlopend op de tentoonstelling in Venetië zag ik een analogie tussen de deur van het bordeel en de Doors of No Return. Amal Alhaag cureerde dat deel van de tentoonstelling, verwijzend naar de Nederlandse en Portugese forten, waar gevangen of verkochte mensen hun laatste dagen in Afrika doorbrachten voor de gruwelijke tocht over de Atlantische Oceaan. Beginnen met sekswerk is een Door of No Return. Het leidt tot een levenslang stigma, zelfs voor degenen die erin slagen te ontsnappen of ander werk te vinden.

Performance in Door(s) of No Return, onderdeel van  Work Body Leisure, foto Annemarie de Wildt

Performance in Door(s) of No Return, onderdeel van Work Body Leisure, foto Annemarie de Wildt

Android prostitutes

Zal de voorspelling van Ian Yeoman en Michelle Mars ooit uitkomen? Zij schreven het rapport Robots, men and sex tourism (2012) waarnaar in de tentoonstelling verwezen wordt. In hun futuristische scenario voor 2050 is zijn de Amsterdamse wallen bevolkt door android prostitutes, die geen geslachtsziekten hebben en niet gedwongen geïmporteerd worden uit Oost-Europa. Dat stad zal dan directe controle hebben over deze geautomatiseerde sekswerkers.

Het is de moeite waard om bij Het Nieuwe Instituut in Rotterdam op zoek te gaan naar de verbanden tussen al deze beelden en gedachten van wetenschappers, architecten  en kunstenaars over (de toekomst van) werk en werkruimte. Nog te zien tot en met 10 maart 2019.