Margareta de Heer groeide op in een kunstenaarsfamilie van glasschilders in Leeuwarden, en wist zich te ontwikkelen tot een van de weinige vrouwelijke schilders in de zeventiende eeuw.

Op deze aquarel liggen drie rozen op een marmeren blad, waaromheen diverse vlinders en andere insecten rondvliegen en kruipen. Bijzonder is de rijke compositie en de aandacht voor detail. Het staat in contrast met vele andere van haar stillevens, waar hooguit een enkele bloem met insecten te zien is op een vrij lege achtergrond.

Hoewel deze stillevens het grootste deel van haar oeuvre beslaan, vervaardigde De Heer ook andere soorten voorstellingen. Zo schilderde en tekende zij ook landschappen, zeezichten en zelfs een enkele bijbelvoorstelling. Waarom heeft zij en veel andere vrouwelijke kunstenaars met haar vooral stillevens en dan met name bloemen gekozen als onderwerp? Werden deze vaak vervaardigd omdat ze goed verkochten of was dit het resultaat van verwachtingen die men had van vrouwelijke kunstenaars? De verfijnde stijl en het oog voor detail zijn kenmerkend voor het werk van De Heer. Heeft zij deze stijl van een familielid geleerd of heeft ze die ontwikkeld door zelfstudie en observatie? Wat denken jullie? Laat een reactie achter in de comments!

 

Larissa van Wijlick - student kunstgeschiedenis Universiteit van Amsterdam