Altijd als ik weinig tijd heb (wat meestal het geval is) heb ik grote ambities. Had ik maar een week de tijd, dan zou dat hoofdstuk zo af zijn. En dan zou het vast briljant zijn. Werd ik maar niet steeds gestoord, had ik maar niet al die andere belangrijke dingen te doen, zaten er maar twee keer zoveel uren in een dag - dan was dat boek al lang af. Kent u dat gevoel?
Voor het eerst sinds heel lang had ik de afgelopen week alle tijd van de wereld. Uren en dagen achter elkaar mocht ik me zonder schuldgevoel storten op het schrijven en niets dan het schrijven. Wat een heerlijke luxe. Maar eerlijk gezegd, ik ben niet onder de indruk van mijn voortgang.
Honderd woorden schrijven, vijftig woorden schrappen en dan weer woord voor woord verder ploeteren. Het tempo deze week was niet om over naar huis te schrijven. Is het dan wel een blogje waard? Zeker niet. Maar dit leidt me tenminste af van het schrijven dat ik zou moeten doen. En morgen schrijf ik vast weer iets briljants, zoals eigenlijk de bedoeling was. Of overmorgen.