Portret van voormalig profvoetballer Ruud Gullit als Jacob Rühle (1751-1828)

Antonie Rühle, de Duitse vader van Jacob, ontmoette diens Afrikaanse moeder Jaba Botri toen hij als slavenhandelaar actief was in Elmina (Ghana), het centrum van de handel in slaafgemaakten door de West-Indische Compagnie (WIC). Op tienjarige leeftijd verhuisde Jacob met zijn familie naar Amsterdam, waar hij gedoopt werd. Vanuit zijn woonhuis, Amstel 87, leidde hij later het familiebedrijf: bezittingen in Elmina en Suriname en een steenbakkerij in het Zuid-Hollandse Zwammerdam. In Amsterdam behoorden de Rühles tot de gegoede middenklasse. Hoewel zelf van Afrikaanse afkomst was Jacob Rühle betrokken bij slavenhandel en slavernij.