Charles Rochussen, Melis Stoke bij Graaf Floris V (1864). De titel is overigens omstreden. Mogelijk gaat het hier niet om Floris V maar graaf Willem III

Charles Rochussen, Melis Stoke bij Graaf Floris V (1864). De titel is overigens omstreden. Mogelijk gaat het hier niet om Floris V maar graaf Willem III

In de vernieuwde Canon van de Nederlandse geschiedenis zijn een paar figuren vervangen. Geen Willem Drees meer en geen Floris V, wel Anton de Kom en Trijntje (de prehistorische, niet te verwarren met de zangeres). Daarmee is één schilderij van Van Eeghen uit de canon gevallen: ‘Melis Stoke bij graaf Floris V’, geschilderd door Charles Rochussen in 1864. Zou het nu minder waard zijn geworden?

J.L. Cornet, Erasmus (1863)

J.L. Cornet, Erasmus (1863)

Van Eeghen schonk de stad Amsterdam nog drie andere schilderijen van vaderlandse helden. Dat zijn nog steeds onbetwiste canonfiguren: Erasmus, Hugo de Groot en Rembrandt. Ook deze schilderijen zijn gemaakt in de negentiende eeuw, lang na de dood van de geportretteerden. Reken dus niet op een realistische weergave. Maar daar gaat het bij afbeeldingen van historische helden meestal ook niet om.

J.L. Cornet, Het sterfbed van Hugo de Groot (1845)

J.L. Cornet, Het sterfbed van Hugo de Groot (1845)

Vrijdenkers

Wat hebben ze gemeen? Het waren in ieder geval vrijdenkers, ieder op hun eigen terrein. De humanist Erasmus waagde het om kritiek te leveren op de katholieke kerk en de mens centraal te stellen. De jurist Hugo de Groot bedacht de basis voor het volkenrecht, waar ons internationale recht nog steeds op is gebaseerd. En Rembrandt brak met conventies in de schilderkunst en geldt daardoor nog steeds als een van de grootste schilders aller tijden.

Een mooi trio, dat zich dankzij Van Eeghen al bijna een eeuw in de collectie van het Amsterdam Museum bevindt. Je weet het nooit, maar ik verwacht dat ze de volgende canonherziening ook wel zullen overleven.
Is het niet eens tijd deze schilderijen uit het depot te halen? Floris V mag daar nog wel even blijven, tot een volgende canoncommissie zich bedenkt.

N. Pieneman, Rembrandt in zijn atelier (1852)

N. Pieneman, Rembrandt in zijn atelier (1852)