Simon Levie, de toenmalige directeur van het museum schreef op 26 juni 1969 aan de wethouder Kunstzaken- dat was destijds Wim Polak- dat het museum aan een nieuwe naam toe was.

“Deze naam, hoewel eerst in 1925 ontstaan, ademt "een volkomen 19e eeuwse geest door het bijvoeglijke naamwoord historisch", aldus Levie. Mensen zullen die naam associëren met een "hopeloos verouderde en ondergestofte instelling". Zo’n naam zou het eigentijds presenteren in de weg staan. Levie meldt dat het niet om zijn persoonlijke voorkeur gaat, maar “een algemeen gevoelen” is.

 

Het Amsterdams Museum, met s

Na overleg binnen en buiten het museum komt hij met het volgende voorstel: het Amsterdams Museum. Met een s achter Amsterdam.

Die naam is lekker kort, dat is typografisch gezien ook beter voor toepassingen op bijvoorbeeld affiches. Voor de internationale markt zal deze naam ook beter werken. De nieuwe naam zal ertoe bijdragen dat het museum “de image kan verkrijgen, die het in zijn opzet nastreeft”.

In verband met het drukwerk dat nodig is voor de gedeeltelijke opening van het museum op 20 november 1969, dringt Levie aan op een snel besluit vóór 12 augustus.

 

Zonder s

Had Levie die naam zelf bedacht? In het Stadsarchief is een brief gevonden van een eerdere datum, 23 mei 1969, afkomstig van G.A. (Gijs) van Stijgeren van het bureau voorlichting van de gemeente Amsterdam, gericht aan Simon Levie. Naar aanleiding van een eerder gesprek over de naam, is hem het volgende te binnen geschoten: HET AMSTERDAM MUSEUM. Zonder de s achter Amsterdam, dus precies zo geschreven als wij het nu doen!

Waarom het museum in 1969 niet van naam veranderde is (nog) niet terug gevonden in de archieven.

Brief G. Van Stijgeren over de nieuwe naam

Brief G. Van Stijgeren over de nieuwe naam