Pokkenbriefje CP 1817 - SAA uitsnede

Pokkenbriefje CP 1817 - SAA uitsnede

We hebben met zijn vieren net een week in quarantaine gezeten omdat mijn dochter corona had. Gelukkig bleek het de lichte variant, dus eigenlijk mogen we van geluk spreken. Maar zo voelt het niet als je met zijn allen in huis opgesloten zit en als je je eigen dochter als een melaatse probeert te ontwijken om zelf niet ziek te worden.

Vergelijkingen met de negentiende eeuw gaan meestal mank, omdat de situatie toen zoveel erger was dan nu. In de negentiende eeuw kende iedereen wel iemand die gestorven was aan een besmettelijke ziekte. Roodvonk, mazelen, cholera etc: allemaal levensgevaarlijk, zeker voor kleine kinderen. Besmettelijke ziekten hoorden bij het leven en bij besmettelijke ziekten hoorde de dood. 

Het pokkenvaccin

Vaccins waren er nog niet, met één uitzondering: de pokken. Eind achttiende eeuw ontdekte de Engelse arts Jenner het eerste vaccin. Hoe het precies werkte wist hij niet, want het fenomeen ‘bacillen’ zou pas een eeuw later worden ontdekt. Maar Jenners uitvinding werkte: een gecontroleerde besmetting met het koepokkenvirus bleek bescherming te bieden tegen de veel gevaarlijker menselijke pokken. Feilloos werkte het vaccin nog niet, maar het wist het aantal uitbraken van de pokken wel spectaculair in te dammen. Uiteindelijk is de ziekte zelfs uitgeroeid.  

Begin negentiende eeuw startte de eerste grootschalige vaccinatiecampagne in Europa. Vaccinatie was toen niet vrijblijvend. Vanaf 1814 was pokkenvaccinatie in Nederland verplicht voor kinderen van de armen, op straffe van intrekking van de bedeling. Net als nu gingen epidemieën het snelst rond onder armen, mensen die dicht op elkaar wonen. 

Ingrijpen of niet?

Rijkere ouders mochten zelf kiezen of ze hun kinderen wilden laten vaccineren tegen de pokken. Je zou zeggen, wie wil die bescherming niet voor zijn kind? Maar lang niet iedereen dacht er zo over. Sommige mensen zagen vaccinatie als een onacceptabele ingreep in Gods schepping, een standpunt dat je op de Biblebelt nog steeds wel eens tegenkomt. 

De Van Eeghens waren zeer gelovig, maar ze waren niet tegen een beetje menselijke hulp in de strijd tegen een besmettelijke ziekte. Als doopsgezinden zagen zij het juist als hun plicht om zoveel mogelijk het aardse bestaan te verbeteren, vooral voor de kwetsbaren. Piet van Eeghen was drie maanden oud toen hij zijn eerste pokkenvaccin kreeg. Het bewijs, het beroemde pokkenbriefje, is te zien in het Stadsarchief van Amsterdam. Althans, daar zou het te zien zijn als het archief niet gesloten was vanwege de lockdown.