Op 30 september 2014 overleed, een maand na zijn pensionering, Bert Vreeken, conservator kunstnijverheid van het Amsterdam Museum. Van ‘pensionering’ had Bert niet willen weten. Zo wilde hij verder gaan met het maken van een ‘publieksversie’, een boek, van het onderwerp waarop hij in 2010 was gepromoveerd: Bij wijze van museum' : oorsprong, geschiedenis en toekomst van Museum Willet-Holthuysen, 1853-2010. Na Berts overlijden waren zijn museumcollega’s vastbesloten: dat boek moest er komen, in zijn geest. Nu, exact acht maanden later, is dat boek er: Abraham en Louisa Willet-Holthuysen. Amsterdamse verzamelaars in de 19e eeuw. Een gesprekje met Gusta Reichwein, collega en vriendin van Bert én de drijvende kracht achter de realisatie van dit boek.
Abraham en Louisa
Proefschrift Bert Vreeken postuum bewerkt tot boek
Wat fascineerde Bert zo enorm in het echtpaar Willet-Holthuysen, dat hij zich zo langdurig en nauwgezet in hen verdiepte?
Museum Willet-Holthuysen ging Bert zeer aan het hart. Het persoonlijke verhaal van Abraham en Louisa ligt besloten in hun verzameling en in het interieur van hun huis dat zij nalieten aan de stad Amsterdam. Door alle museale veranderingen in de afgelopen 120 jaar is het karakter van het huis - dat nog steeds hun naam draagt - behoorlijk aangetast. Bert had zich voorgenomen om de erflaters in ere te herstellen en in zijn proefschrift heeft hij zeer uitvoerig de geschiedenis van het verzamelaarsechtpaar beschreven. Alle feiten heeft hij wetenschappelijk verantwoord in een enorm notenapparaat en in talloze bijlagen, een geweldige basis voor de toekomstplannen voor het museum maar niet een makkelijk leesbaar verhaal voor een breed publiek. En dat was nu juist een van de dingen die Bert graag wilde: het publiek begeesteren met het verhaal van dit excentrieke echtpaar.
Een doorwrochte dissertatie over een onderwerp waar je zo veel van af weet, omzetten in een aantrekkelijk boek voor een breed publiek, is geen sinecure. Hoe keek hij hier tegenaan?
Natuurlijk is het niet makkelijk om zo’n doorwrocht stuk waar Bert meer dan tien jaar aan had gewerkt tot een bondig boek te transformeren. Er zijn verschillende pogingen gedaan en meerdere plannen voorgelegd aan potentiële uitgevers. Uiteindelijk is ruim een jaar geleden overeenstemming bereikt met Uitgeverij Waanders; het zou een boek worden van circa 200 pagina’s, half tekst - half beeld.
Bert was inmiddels dichtbij zijn pensioengerechtigde leeftijd maar dat was juist een reden voor hem om lekker zijn tanden te zetten in dit project. Ik heb toen voorgesteld om een structuur op te zetten gebaseerd op de eerder vastgestelde hoofdstukindeling en op een selectie van afbeeldingen; dit zou als raamwerk dienen waarin Bert zijn bijdrage binnen afzienbare tijd zou schrijven. Het was heel erg leuk om samen al die plaatjes uit te leggen en er net zo lang mee te kwartetten totdat er een overtuigend beeldverhaal tevoorschijn kwam. Nu moest het alleen nog geschreven worden. Bert begon met het hoofdstuk over de kunstbeschouwingen van Abraham en de tekst over de luxe viervoeters, de huisdieren van de Willets.
Hoe is het mogelijk dat er nu - zo kort na Berts heengaan - dat prachtige boek er ligt, in alle opzichten tot in de puntjes verzorgd?
Toen Bert ziek werd, ging hij aanvankelijk dapper door en zelfs in het ziekenhuis ging hij de laptop weer gebruiken. Maar zijn gezondheid ging razendsnel achteruit. Hij overleed op 30 september 2014.
De verslagenheid was groot. Maar in het museum was één ding heel snel duidelijk: wij wilden het boek af maken, SAMEN. Berts collega’s waren direct bereid om hun steentje bij te dragen en we gingen dan ook meteen aan de slag. De opzet van het boek lag vast, de hoofdstukken werden verdeeld. Het proefschrift vormde de basis en de plaatjes dienden als richtsnoer. Iedereen werd verplicht om plagiaat te plegen. Dat viel nog niet mee - weet ik uit eigen ervaring - want het is zo verleidelijk om een zijweggetje in te slaan en een ideetje uit te werken.
Kees Zandvliet werd gevraagd om het boek in en uit te leiden. Hij beschrijft de stille stad van circa 1830 en de stad onder stoom omstreeks 1900. Hiermee zet hij de hoofdstukken in een kader; hij heeft het portret van Abraham en Louisa ingelijst. Ellinoor Bergvelt heeft een nawoord geschreven om in kort bestek de geschiedenis te schetsen van Museum Willet-Holthuysen dat in 1896 werd geopend voor het publiek en dat in de 20ste eeuw vele transformaties onderging.
Lodewijk Wagenaar heeft een In Memoriam geschreven onder de titel Bert aan het werk. Hij heeft op zijn eigen geestige manier, maar ook bijzonder liefdevol, een rake typering gegeven van Bert als maker van tentoonstellingen, als onderzoeker en als inspirerende collega. Deze tekst is als een apart katern samen met een bibliografie toegevoegd aan de Nederlandse editie en in een oplage van ruim 200 gedrukt.
Iedereen heeft op tijd zijn teksten ingeleverd, de fotoafdeling heeft al het beeldmateriaal keurig verzorgd en Jacques van Gerwen en Leonoor van Oosterzee hebben de redactie op zich genomen. Jacques heeft als goede vriend van Bert aan de wieg gestaan van het proefschrift en was de aangewezen man om er op toe te zien dat wij het proefschrift goed zouden volgen. Leonoor heeft ons voor allerlei fouten behoed door heel nauwkeurig alles keer op keer te controleren. Marita Mathijsen, de promotor van Bert, heeft een laatste en gelukkig goedkeurende blik op de tekst geworpen.
Op een laat moment is besloten om ook een Engelse versie te laten verschijnen; Sue McDonnell was bereid om bliksemsnel het hele boek te vertalen. Studio Berry Slok heeft het geheel prachtig vorm gegeven en toen kon het gedrukt en gebonden worden. Dit hele proces heeft zich in een aantal maanden afgespeeld. Marloes Waanders die jaren geleden de eerste gesprekken voerde over het boekplan, heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat het boek is uitgegeven.
Het was een pittige klus, mooi om te doen, want het is een boek waar we jarenlang naar uitgekeken hebben. Het was ook zwaar en ik ben heel vaak heel erg boos geweest, waarom moest hij net toen het leuk begon te worden er tussen uit knijpen? Maar ik ben ook trots dat het ons gelukt is om dit boek van en voor Bert te maken. Het is een eerbetoon aan de erflaters Abraham en Louisa en aan Bert die hen tot leven heeft gewekt: eerst voor een kleine groep van specialisten met zijn proefschrift en nu voor een groot publiek met dit boek.
Het boek : Bert Vreeken ‘Abraham en Louisa Willet-Holthuysen. Amsterdamse verzamelaars in de 19e eeuw’(Uitgeverij Waanders, 2015; prijs: 19,95) is ondermeer te koop in Museum Willet-Holthuysen en in de Museumshop van het Amsterdam Museum.
330 keer bekeken