De dichter Gerard den Brabander zit links voor op Van den Bergs kunstwerk. Hij schenkt net iets in. De man achter in blauwe kiel is de schilder zelf.

De statige figuur rechts, met het bosje bloemen, is de schilder Jan van Herwijnen. Zijn dochter stelt het vast, vrijwel iedereen is het erover eens. Waarom had hij een bosje bloemen bij zich? Medeschilder Leo Schatz: "Van Herwijnen was een handige donder. Hij kwam vaak met een schilderij onder de arm naar Amsterdam vanuit Bergen en wist dan altijd wel iemand dat schilderij in de maag te splitsen voor tweehonderd gulden of zo. Dat geld werd natuurlijk meteen stukgeslagen in de kroeg, maar van het laatste geld kocht hij een bloemetje voor zijn vrouw." Collega Theo Kley zoekt het ook in die sfeer. Volgens hem zien we de schilder hier aan het eind van een alcoholische escapade van een dag of tien, zoals hij die regelmatig maakte. En hij had dus al voor een bosje bonjedempers gezorgd. Dochter Geertrui van Herwijnen heeft een andere verklaring: "Hij kwam vaak thuis met prachtige bouquetten van IJsselstein op het Rokin om ze te schilderen."

Voor de nette man in het midden kwamen drie namen het meest ter tafel: dichter J.C. Bloem, journalist/schrijver Jacques Gans en caféhouder John Eylders. Bloem-biograaf Bart Slijper sluit vrijwel uit dat zijn hoofdfiguur hier te zien is. "Het is niet zijn gezichtsuitdrukking. En ik heb al zijn monturen bekeken en geen daarvan lijkt op deze. Bovendien: Bloem kwam veel in het café maar vooral eind jaren veertig, begin jaren vijftig. In 1959 ging hij de stad uit en als hij terug kwam was het niet om in de kroeg te gaan zitten." En Willem Maas, biograaf van Jacques Gans: "Gans is het niet, die had ook slechts haar links en rechts op zijn hoofd, maar dat was veel langer en slordiger. En hij had een ander postuur." Vergelijking met sommige foto's van John Eylders maak duidelijk: hij kan dat heel goed zijn. Een brief van Van den Berg's dochter Margot verschaft uiteindelijk opheldering. Ze stuurt een kopie van een schets die ze gevonden heeft in het archief van haar vader. Het gaat om schilder Jan den Hengst. De man in het bruine pak links van de schilder blijkt Jan Schreiner en schuin achter hem aan het raam zit Jan Smals. De dames aan de bar staan er, valt te vrezen, slechts ter decoratie.

Uit de aantekeningen van de schilder blijkt ook dat het café Eylders is. Den Brabander was stamgast bij Eylders, waar hij vaak een heel goede vriendin ontmoette: Dieuwke Eringa. Ze was dichteres en schreef haar memoires, "Ik ben van elf" waarin zowel Den Brabander als Café Eylders een grote rol spelen.

We moeten nog één een figuur opsporen. De kleine man links. Meest genoemd: Jacques Gans en schijver/journalist Ab Visser. Gans is het niet, zegt Willem Maas, die was veel grijzer. Visser is het vermoedelijk wel: hij was kort en had een handicap waardoor hij voorovergebogen stond. Dat wordt inderdaad bevestigd door de aantekeningen van de kunstenaar.

Annemarie de Wildt/Paul Arnoldussen (Het Parool)

Bronnen: reacties op oproep Parool en site AHM