DE VONDSTKAART

DE VONDST
Bekijk de vondst (pdf; 7.931kb)

TITEL:
De Digitale Stad.

VINDJAAR:
2011.

VINDPLAATS:
Gevonden tijdens digitale graafwerkzaamheden met Liesbeth van de Kar.

HERKOMST:
Liesbeth van de Kar kreeg dit boekje ter gelegenheid van haar afscheid van de DDS in 1998.

JAAR VAN VERVAARDIGING:
Waarschijnlijk is het boekje in 1996 gemaakt, omdat het dataverkeer van maart 1996 expliciet genoemd wordt en er gesproken over toekomstige projecten in 1996.

VERVAARDIGER:
De Digitale Stad.

MATERIAAL:
Papier.

AFMETINGEN:
A5.

INHOUD:
Een Engelstalig overzicht van de staat van De Digitale Stad 3.0. De publicatie bestaat uit dertien onderdelen en 26 pagina’s.

De inleiding beschrijft de start van De Digitale Stad in 1994 en de doelen die er toen waren gesteld. Die doelen waren toen drieledig. Ten eerste het relatief nog onbekende internet introduceren bij een breder publiek. Ten tweede het publiek informeren over de mogelijkheden het het nieuwe medium internet. Tenslotte wilde De Digitale Stad bijdragen aan het sociale debat over de ‘electronische snelweg’.

In het tweede onderdeel, Geschiedenis, wordt heel kort de geschiedenis van De Digitale Stad samengevat. Genoemd wordt dat de Digitale Stad begon als een experiment met subsidie, maar dat de DDS sinds een jaar na het begin al in haar eigen financiën voorzag.

Het derde onderdeel beschrijft de doelen van De Digitale Stad. De DDS heeft zich drie sociale doelen gesteld. Deze zijn:
- Democratische Processen: De Digitale Stad wil bijdragen aan het ontwikkelen van dit nieuwe publieke domein, het internet. Van belang is dat iedereen hier deel aan kan hebben en aan deel kan nemen.
- Kennisprocessen: De Digitale Stad ziet zichzelf als platform voor experimenten. De DDS wil de mogelijkheden en onmogelijkheden van internet onderzoeken. De DDS richt zich op innovatie en samenwerken en kennis delen met gebruikers.
- Economische Processen: De Digitale Stad wil bijdragen aan de ontwikkeling van de mogelijkheden die het internet biedt voor de economie.

Het vierde onderdeel, Interface, bespreekt de gebruikersomgeving van de Digitale Stad 3.0. Als eerste wordt de stadsmetafoor toegelicht. Dan volgt een overzicht van de verschillende versies van De Digitale Stad. Bij het begin was dit 1.0; gevolgd in oktober 1994 door versie 2.0. De interface is 3.0 ging 10 juni 1995 live.

Daarna wordt de structuur van de Stad besproken.

Als eerste worden de pleinen genoemd. Deze vormen de basis van de structuur van de Stad. Dan worden de verschillende manieren om door de Digitale Stad te ‘reizen’ besproken. Deze vier manieren zijn:
- Associatieve Wandeling: Elk plein grenst aan vier andere pleinen. Een bezoeker kan naar een aangrenzend plein gaan.
- Stadsplattegrond: Wanneer een bezoeker op een plein is, kan men gebruik maken van de plattegrond. Zo kan een bewonder direct van de ene naar de andere locatie ‘springen’. De plattegrond kan niet alleen gebruikt worden op de pleinen maar ook op vele andere plaatsen in de DDS.
- Register: Hierin staan alle informatie-verschaffers, adverteerders en bewoners.
- Zoekmachine: Elk plein beschikt over een zoekmachine waarin een bezoeker op een trefwoord kan zoeken.

Dan worden de verschillende mogelijkheden van de pleinen genoemd. Deze zes mogelijkheden zijn:
- Bouwen: Elk plein heeft ruimte voor acht gebouwen.
- Reclamebord: Op elk plein is een zogenaamd ‘billboard’ met een ‘webvertisement’.
- Cafés: Elk plein heeft een eigen café. Hierin kunnen bezoekers met elkaar chatten over zaken die gerelateerd zijn aan het thema van het plein.
- Kiosk: In de kiosk vindt men tijdschriften en boeken die passen bij het thema van het plein. De Digitale Stad selecteert deze publicaties.
- Zijwegen: Dit zijn links naar andere pagina’s op het internet die volgens de bewoners of de Digitale Stad zelf interessant zijn.
- Discussie: Een selectie van nieuwsgroepen die gerelateerd zijn aan het thema van het plein.
Tenslotte worden nog vier andere functionaliteiten van de Digitale stad genoemd:
- Aankondigingen: Een bewoner kan zien of hij of zij nieuwe mail heeft ontvangen of dat iemand met hem of haar wilt chatten.
- Persoonlijke Opties: Een bewoner kan zijn of haar data aanpassen. Ook is het mogelijk om aan te geven of men beschikbaar is om te chatten. Verder kan men een plein kiezen wat men wil gebruiken als toegangspunt tot De Digitale Stad.
- Mail: Bewoners kunnen wereldwijd mail sturen en ontvangen.
- Wie is aanwezig: Men kan zien welke andere bewoners aanwezig zijn en waar ze aanwezig zijn.
In het laatste gedeelte van dit onderdeel wordt het verschil tussen bezoeker en bewoner uitgelegd. De extra mogelijkheden die een bewoner heeft worden kort genoemd. Als voorbeeld van betrokkenheid van de bewoners wordt de discussie en besluitvorming aangaande het huizentekort in de Digitale Stad genoemd. Uiteindelijk is besloten dat huizen die 3 maanden niet gebruikt zijn, gekraakt kunnen worden. Verder is er aandacht voor de Metro, de tekst-gebaseerde virtuele wereld in De Digitale Stad, de diverse gemeenschappen en de nieuwsdienst van de Stad. Het belang hiervan wordt expliciet benadrukt.

Feiten over De Digitale Stad is het vijfde gedeelte van deze publicatie. Hierin vindt men informatie over het aantal bewoners en huizen, het gebruik van de metro, mail en het cafe op het centrale plein. Tenslotte wordt het dataverkeer van maart 1996 genoemd.

Dan volgen vier onderdelen, onderdeel zes tot en met negen, gaan over de diensten die De Digitale Stad aanbiedt. Deze zijn respectievelijk bedoeld voor: de overheid, sociaal-culturele Sector, zakelijke sector en het onderwijs.

De oorspronkelijke opzet van De Digitale Stad wordt kort genoemd. De DDS ontving subsidie van de lokale overheid om bepaalde diensten te verlenen, zoals het beschikbaar maken van informatie en het fasciliteren van discussies. De Digitale Stad verleent ook diensten voor de landelijke overheid (het Rijk) en de Europese Commissie.

De Digitale Stad biedt ruimte aan allerlei sociale en culturele organisaties. In onderdeel zeven worden enkele initiatieven en projecten genoemd.

In het volgende onderdeel, acht, worden de mogelijkheden die De Digitale Stad biedt voor de zakelijke sector genoemd. Benadrukt wordt dat de komst van commercie in de Stad door de bewoners niet als negatief werd ervaren. Gesteld wordt dat winkels nou eenmaal in een stad horen.

Onderdeel negen behandelt de mogelijkheden die De Digitale Stad biedt voor het onderwijs. Als voorbeeld wordt BVEnet genoemd.

Het tiende onderdeel bespreekt de technologie achter De Digitale Stad. Aandacht is er voor de inbellijnen (40 stuks) en de machines die de DDS gebruikt. Benadrukt wordt dat De Digitale Stad nog steeds beschikt over een tekst-gebaseerde interface. De Digitale Stad wil immers voor zo veel mogelijk mensen beschikbaar zijn. Ook voor mensen met een minder geavanceerde computer (waarvoor de grafische interface een probleem zou kunnen geven).

Het elfde onderdeel gaat over innovatie en de toekomst van De Digitale Stad. Een stad, zo stelt men, is nooit af, nooit klaar. Zo ook niet De Digitale Stad. Soms worden ‘planologische fouten gemaakt’. Er worden dan zaken gepland die nooit worden gerealiseerd of die niet goed functioneren. Ook de snelle ontwikkeling van het internet zorgt voor een continue verandering in de Stad. De Stad leeft dus. Voor velen de essentie van de stadsmetafoor.

Twee belangrijke ontwikkelingen worden genoemd: de implementatie van databases als fundament voor de Stad (hier wordt vooruitgewezen naar de DDS 4.0 interface) en een experiment met 3D omgevingen (DDS 3D). Het DAM project behelst een gesloten ruimte waar iedereen 3D objecten kan bouwen. Samenwerking is hierbij vanwege de beperkte ruimte noodzakelijk. Aan het eind van dit onderdeel worden enkele projecten voor de nabije toekomst genoemd.

Onderdeel twaalf behandelt de juridische kwesties die spelen in en rondom De Digitale Stad. Als voorbeeld wordt de kwestie aangehaald of De Digitale Stad verantwoordelijk is voor wat de bewoners zeggen of voor de informatie die ze aanbieden in hun DDS-huis. De Digitale Stad stelt in deze publicatie duidelijk dat “[zij] zich niet beschouwd als de openbaarmaker van de uitingen van bewoners.”.

Het laatste onderdeel van deze publicatie, onderdeel dertien, gaat over de transformatie van de Digitale Stad van tijdeijk, gesubsidieerd project naar een stichting die ook commerciele activiteiten ontplooit voor het financieren van haar sociale in innovatieve doelen. Het aantal betaalde krachten wordt genoemd, maar ook het belang van de vele vrijwilligers wordt benadrukt. Tenslotte wordt de toekomstvisie uitgesproken. In deze visie zal er in de toekomst grotere ‘scheiding’ zijn tussen de drie hoofdactiviteiten van de stichting: de klanten, innovatie en de gemeenschap.

FUNCTIE:
Deze publicatie, staat in de inleiding geschreven, was bedoeld voor Ars Electronica.
“This booklet is intented for Ars Electronica. It describes the development, complexity and multiformity of the Digital City.”

BIJZONDERHEDEN:
Er is geen inhoudsopgave. De diverse onderdelen zijn niet expliciet genummerd. De publicatie is niet van datum voorzien.

Het boekje is Engelstalig.

Het boekje is rijkelijk geïllustreerd met screenshots van de homepagina (Bezoek de stad als bewoner, Bezoek de stad als toerist), plattegronden van oa de pleinen, de Huizenwijk, het Verzamelgebouw, Reizenplein en illustraties van de verschillende navigatie mogelijkheden en functionaliteiten, een afbeelding van de technische infrastructuur en afbeelding van een 3D plein.

OPROEP
Wie weet meer over deze vondst? Help ons en plaats een reply met jouw bevindingen of stuur een mail!