Een van de meest intrigerende mysteries in het oeuvre van Jacob Cornelisz vormt de serie portretten van Jan Gerritsz van Egmond. De Alkmaarse burgemeester (? – 1523) is met zijn kostbare kostuum en gouden reukbal weergegeven als een vermogend man. Op de achtergrond is een landschap te zien met mogelijk de omgeving van kasteel Nieuwburg (het huidige Nijenburg) bij Alkmaar waarvan Jan Gerritsz heer was.

Bijzonder is dat er van dit portret vier versies bestaan, waarvan er drie naar Alkmaar komen. De panelen lijken op het eerste gezicht hetzelfde, maar blijken iets van elkaar te verschillen. Waarom Jacob Cornelisz destijds meerdere portretten van Van Egmond vervaardigde is niet bekend: waarschijnlijk zijn ze geschilderd als propaganda voor de geportretteerde. Het is ook mogelijk dat de portretten bestemd waren voor de kinderen van de voorgestelde: hij had er namelijk zeventien.

Naast de algemene risico's die gelden voor het transport, krijgen deze portretten met bijzondere omstandigheden te maken omdat ze na bijna vijf eeuwen weer herenigd zullen worden met elkaar op Nederlandse bodem.

De drie portretten worden vanuit New York, Parijs en Amsterdam naar Alkmaar vervoerd, wat tot hoge transportkosten leidt. De tentoonstelling vormt de aanleiding en een unieke kans tot een nadere onderzoek en inspectie van de werken, aangezien zij nooit eerder collectief getoond zijn geweest. De resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd op een symposium, dat door de partners word georganiseerd.

Geïnteresseerd in het ondersteunen van dit deelproject? Kijk dan hier.