Sinds 29 november is in de Hermitage Amsterdam ‘Hollanders van de Gouden Eeuw’ te zien. In een grote zaal van die tentoonstelling hangen 23 gigantische groepsportretten. Wie de zaal binnenloopt wordt omringd door bijna 300 Amsterdammers van de Gouden Eeuw. Een bijna intimiderende ervaring: Wie zijn al die personen die u aankijken? En waarom staan ze samen op die portretten? Deze vragen, en de vraag hoe deze zeventiende-eeuwers de stad organiseerden, staan centraal in de tentoonstelling.
#020today: Schuttersstuk Govert Flinck
Nu tussen ‘broers en zussen van de Nachtwacht’
Een van de groepsportretten in de grote zaal is dit schuttersstuk van Govert Flinck. Dankzij een naambord dat bij het schilderij bewaard is (ook te zien op de tentoonstelling) en de corresponderende, contemporaine witte cijfertjes op het schilderij, weten we precies welke naam bij welke schutter hoort. Detail: de kleine witte cijfertjes die de sleutel vormen tot de identificaties zijn te zien op het kuras van kapitein Joan Huydecoper en de musketten van Joris de Wijze en Aert Jansz van Lier.
Hoewel het allemaal min of meer rijke burgers waren is het toch een verassend diverse groep schutters die hier door Flinck (die ons helemaal achterin bij de deuropening, tussen twee schutters in, aankijkt) zijn geschilderd. De zittende man rechts bijvoorbeeld is Albert Ten Brink, de uit Bremen afkomstige herbergier van het Oudezijds Herenlogement, een sjieke herberg. De man met de opvallende rode, witte en blauwe pluimen op zijn helm, derde van links, is Pieter Waterpas, een timmerman die zijn achternaam zonder twijfel aan zijn beroep heeft te danken. Links naast hem staat Rogier Ramsden, een rijke katholieke koopman, een andere religie dan het officiele calvinisme hoefde dus geen bezwaar te zijn om wel actief dienst te doen voor de stad! Naast hem, uiterst links, staat sergeant Jean Appelman, die walvisvaarders bezat en traankoopman was.
De wat oudere heer met het kalotje op, eveneens sergeant (te herkennen aan de hellebaard), links naast Albert ten Brink is Jacob van Campen, de neef van de beroemde architect met de zelfde naam. De sergeant was net als Ramsden katholiek. De man die in het midden zijn kousen optrekt is de speelkaartenmaker Pieter Meffert uit Brabant en de man in het zwart, die naast Flinck in de deuropening staat is notaris, toneelschrijver en kunstverzamelaar Joris de Wijze.
De echt hoge heren staan natuurlijk vooraan. De man met het vaandel en de man met de blauwe sjerp die zijn hoed afneemt zijn de broers Nicolaes en Frans Oetgens van Waveren, hun vader Anthony Oetgens van Waveren was burgemeester van Amsterdam. Frans neemt zijn hoed af voor kapitein Joan Huydecoper, de dikke man in het zwart, met de commandostaf. Hij was zonder twijfel de iniatiefnemer voor het schilderij, want hij liet zelfs zijn huis afbeelden, in het midden naast Pieter Meffert! Later werd hij een aantal keer als een van de vier burgemeesters verkozen.
Doordat we bij dit schilderij van alle schutters weten wie het zijn, kunnen we ons een goed beeld vormen van de variatie in rijkdom, beroepen en geloofsovertuigingen die zo’n compagnie schutters herbergde (het is overigens goed je daarbij te beseffen dat verreweg de meeste schutters niet afgebeeld werden, je kijkt dus al naar een selectie). Al deze burgers namen hun verantwoordelijkheid als het ging om het orde houden in hun wijk. Dit zult u vaker zien in onze tentoonstelling in de Hermitage Amsterdam. Amsterdamse burgers die samen zorgen voor veiligheid en de minder bedeelden. Wilt u weten hoe ze dat deden of wilt u gewoon deze prachtige Flinck bewonderen? Kom dan naar ‘Hollanders van de Gouden Eeuw’ in de Hermitage Amsterdam!
Dit artikel is de blogvariant van de laatste bijdrage in de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad De Echo.
3375 keer bekeken