Vader en moeder
Ik zat hier met mijn broertje net onder mij, die was zeven. Ik was hooguit acht-en-een-half. Het was in de oorlogstijd. Ik had nog een vader en een moeder, dus daarom vonden ze het gek dat ik in een weeshuis zat. Ik denk dat de oorzaak was: de bombardementen. Dat we daar weg moesten en ze wisten niet waar wij allemaal heen moesten, met dertien kinderen in totaal!
Dus hier gingen er een paar naar toe, en daar. En hier was - denk ik - plek voor twee kinderen. Mijn vader kon nogal aardig goed met de directeur opschieten, die mevrouw.
Nagels knippen
Ik vond het hier knus. Het had iets vertrouwelijks. Het was maar heel klein, je kreeg ook alle aandacht. Vrijdags gingen we onder de douche in een grote ruimte. En dan kwamen de juffrouws voor de nageltjes te knippen. Dan moest je omstebeurt op de stoel zitten, je tenen werden geknipt, je nagels, je oren schoon gemaakt, je neus.
We werden ook naar school gebracht hiervandaan, met capejes om, zwart en rood, lekker warm. En dan werden we weer opgehaald.
Je eigen paal
Je hoefde als kind niet ergens mee te helpen, nee, we konden heerlijk spelen, lekker buiten.
We hadden ook een sleuteltje aan een stukje touw en dat moest je bij je houden, dat was van jou. Ieder kind kreeg een paal waar je je post in kon doen, en je speelgoed in kon doen. Dat kon je lekker afsluiten en daar kon niemand bij. Nou, wat had je nou, een tekening of zoiets, die je d’r indeed of dingetjes van school. Het was iets dat je dacht, hé, ik heb iets van mezelf.
Die kastjes stonden buiten, op het andere plaatsje, ze waren van ijzer. Dat kan ik me goed herinneren, iets helemaal voor jezelf, iedereen vond het fijn. En soms kwam je bij elkaar “Wat heb jij in je kastje?"
Geen bezoek
Sommige kinderen kregen bezoek op zondag, maar wij niet. Ik denk dat mijn ouders het daar veel te druk voor hadden. Mijn moeder was om de anderhalve jaar zwanger. Mijn vader wekte bij Söhne op het Rokin, goed en edelmetalen.
Katholieke Weeshuis
We zijn hier niet lang gebleven, want mijn vader was fel katholiek en dit weeshuis was niet katholiek, natuurlijk. Hij heeft ons er geen plezier mee gedaan om ons hier weg te halen. Ja, want waar ik later terecht kwam in het Katholieke Weeshuis bij de nonnen, dat was een dag en een nacht verschil. Nou ja, je hebt goede nonnen, je hebt gefrustreerde nonnen, en nog erger. Nee, dat was niet prettig. Als meisje van acht, je sliep als groep in een heel grote zaal en dan was je bijna in slaap en dan werden je dekens naar beneden gehaald, want je armen moesten erboven blijven. Ik snapte er niets van - wat weet je daar nou van als kind. En als je de derde keer betrapt werd, dan moest je je bed uit en naar zolder waar die grote lakens hingen en het waaide. Nee dat was vreselijk.
Nou, ik had hier nog wel wat langer willen blijven.