In de presentatie 1:1 Stijlkamers, die van 1 februari t/m 6 april te zien was in Het Nieuwe Instituut, is veel aandacht besteed aan Willem Sandberg. Als directeur van de gemeentelijke musea in Amsterdam heeft hij zich ingespannen om de moderne kunst op een nieuwe manier tentoon te stellen in het Stedelijk Museum. Hij introduceerde de ‘white cube’, de witte neutrale ruimte waarin de moderne kunst het beste tot zijn recht kon komen.
#020today: imaginair stijlkamermuseum
Amsterdamse wooncultuur aan de Amstelstraat
Dat betekende dat er geen ruimte meer was voor de stijlkamers, interieurs afkomstig uit Amsterdamse huizen die begin 20ste eeuw in het Stedelijk waren geïnstalleerd. Sandberg is om die reden vaak afgeschilderd als tegenstander van de stijlkamer als museale presentatie-methode, maar dat doet hem tekort, want hij heeft namelijk veel moeite gedaan om de Amsterdamse interieurs een goede nieuwe bestemming te geven.
Als directeur van de Gemeentemusea gaf hij zowel leiding aan het Stedelijk Museum als aan het Amsterdams Historisch Museum, Museum Fodor en Museum Willet-Holthuysen. Vooral het voormalige huis van het verzamelaarsechtpaar Willet-Holthuysen zag hij als een potentiële mogelijkheid om de Amsterdamse wooncultuur aan het publiek te tonen. Hij wilde er – naar eigen zeggen - een ‘pronkpoppenhuis op ware grootte’ van maken, waar het publiek kon zien hoe mensen in de 17de en 18de eeuw aan de gracht woonden.
Allerlei plannen heeft hij gesmeed, zo liet hij zijn ideeën eind jaren vijftig uitwerken door zijn vriend, de architect Mart Stam, die een nieuw gebouw ontwierp op de plaats waar vroeger het koetshuis had gestaan in de tuin achter Museum Willet-Holthuysen. Nog geen vijf jaar later tekende Bart van Kasteel een ander gebouw op dezelfde plek, een bouwblok aan de Amstelstraat waar de stijlkamers in gehuisvest zouden worden. De plannen kwamen niet verder dan de tekentafel.
De presentatie 1:1 Stijlkamers was aanleiding om de feiten met betrekking tot de uitbreidingsplannen in en achter Museum Willet-Holthuysen opnieuw op een rij te zetten. Bert Vreeken (1949-2014) heeft zich tijdens zijn promotieonderzoek verdiept in deze plannen en de verschillende tekeningen geïnventariseerd; deze bevinden zich in het Stadsarchief, in Het Nieuwe Instituut en in het Amsterdam Museum.
Binnenkort zal de geschiedenis van het niet gebouwde Stijlkamermuseum worden gepubliceerd op de nieuwe themawebsite over de interieurs in de collectie van het Amsterdam Museum.
159 keer bekeken