De Harlingse arts Simon Stinstra (1735-1782) huwde in 1759 de steenrijke Anna Braam (1738-1777) uit dezelfde stad. Het doopsgezinde echtpaar woonde eerst op het Noordijs en verhuisde later naar een herenhuis aan de sjieke Voorstraat. In 1760 werd hun dochter Isabella  geboren en drie jaar later hun zoon Gooitjen. Misschien was zijn geboorte aanleiding om zich in 1763 door de Amsterdamse portrettist Tibout Regters te laten portretteren. 

Een modieus gekleed echtpaar
De schilder heeft de 28-jarige Simon Stinstra in halffiguur geportretteerd. Hij draagt een ‘habit à la française’, een typisch achttiende-eeuws driedelig pak. De vaste combinatie hiervoor was een licht vest met een donkere jas erover en een kniebroek. Onder de oudroze jas met brede manchetten draagt Simon een jak van een lichtere kleur roze. Daaronder draagt hij een wit hemd met boord en lange mouwen met kantstroken. Geheel volgens de mode heeft hij een gepoederde pruik met regelmatige krullen die bij elkaar worden gehouden in een zwart zijden haarzak. 

De opvallende witte kanten kap die de drie jaar jongere Anna Braam draagt, is een voorloper van de veel grotere ‘Duitse muts’ die jaren later bij de Friese jonge vrouwen in de mode kwam. Haar lichtblauwe zijden japon heeft halflange mouwen met geplooide ellenboogstukken in de vorm van een punt. De witkanten omslagdoek, de zogenaamde ‘fichu’, houdt ze met de vingers van haar linkerhand bij elkaar. Opvallend zijn de eenvoudige zwarte polsbandjes met een diamanten gesp. Om haar hals draagt ze een bloedkoralen ketting en in haar oren bijbehorende hangers. Verder draagt ze nog diamanten ringen en een rijk versierde ceintuur.

Verzamelaar van schilderijen

Deze sieraden worden genoemd in de inventaris die een paar dagen na de dood van Simon in het huis aan de Voorstraat werd opgemaakt. De portretten hingen in de voorkamer. In twee kamers op de bovenverdieping hingen nog vele andere schilderijen. Stinstra was een verzamelaar van schilderijen. Zijn ‘kabinet met konstige schilderyen alle door differente Nederlandsche meesters’ werd op 26 maart 1783 in Amsterdam geveild. De catalogus bevat beschrijvingen van 218 schilderijen van voornamelijk Noord-Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw. Stinstra had een voorliefde voor landschappen en stadsgezichten, waaronder ook een groot aantal Amsterdamse stadsgezichten.

Naar Amsterdam voor een portret

Dit echtpaar koos voor hun portret niet voor een Friese kunstenaar maar  voor dé schilder van de doopsgezinde Amsterdamse elite van dat moment: Tibout Regters (1710-1768). Regters portretteerde voornamelijk Amsterdammers, maar de laatste vijf jaren van zijn leven een opvallend groot aantal Friezen. In die jaren was in Friesland dan ook geen portrettist van betekenis werkzaam. De Friezen gingen daarom voor hun portretten naar Amsterdam, een dag varen vanuit Harlingen. Simon Stinstra zal regelmatig naar Amsterdam zijn gegaan, voor een bezoek aan zijn doopsgezinde vrienden en familie, voor de aankoop van schilderijen en dus waarschijnlijk ook voor een bezoek aan het atelier van Tibout Regters.
Zijn dochter Isabella trouwde met de Amsterdamse koopman Pieter de Clercq en zo kwamen deze twee schilderijen terug naar Amsterdam. Hun achterkleinkinderen schonken de portretten van hun voorouders in 1891 aan de stad Amsterdam, waar ze nu weer in de vaste opstelling van het Amsterdam Museum te zien zijn.

 

Deze blog is gebaseerd op een artikel dat in de rubriek 'Museumparels' in het Friesch Dagblad van 16 juni 2018 is verschenen.