De actrice richt zich tot haar ‘tweelingzus’ met een monoloog over het recht om rijk te zijn en over schuldgevoel. ‘Die im Dunkeln sieht man nicht’ citeert ze Bertolt Brecht. Volgens de website van initiatiefnemer Johan Idema brengt De Grote Kunstshow “beeldende kunst op een theatrale manier tot leven. Het klassieke museummodel wordt omgedraaid, museumbezoekers wandelen niet door zalen, maar krijgen als theatertoeschouwer comfortabel in hun stoel kunst voorgeschoteld.”  Echt comfortabel is het niet. We zitten op harde houten banken, óp het podium, met zicht op een zaal vol lege pluchen stoelen. Negen kunstwerken worden het podium op gerold of komen naar beneden zakken. Ze komen uit de privécollectie van de Amsterdamse verzamelaar Rattan Chadha, oprichter van kledingmerk Mexx en hotelketen CitizenM.   

Gesprek

Ik was nieuwsgierig maar deze interactie tussen publiek en kunst, een van de kwesties waar mijn onderzoek over gaat. Van interactie met het publiek is in de Grote Kunstshow eigenlijk minder sprake dan bij een goede rondleiding, waar de groep meestal kleiner is dan de meer dan 100 toeschouwers in de Stadsschouwburg. Er wordt wel wat geroepen op de vragen van presentator Lucas de Man, maar tot een echt gesprek komt het niet. De Man is iets te flauw naar mijn smaak: opkomen en klagen over te weinig applaus en dan nog een keer opkomen.  

Kunstcriticus Sasha Bronwasser voor het Walthamstow Tapestry van Grayson Perry. Foto Ernst van Deurnsen

Kunstcriticus Sasha Bronwasser voor het Walthamstow Tapestry van Grayson Perry. Foto Ernst van Deurnsen

Er zijn zeker mooie scènes (zeg ik maar even, we zijn immers in het theater). Kunstcriticus Sasha Bronwasser die vertelt over de imposante zeven meter lange Walthamstow Tapestry van Grayson Perry, een levensloop van geboorte tot dood, gelardeerd met namen van merken die bij de levensfases horen. Een audio collage bij een schilderij van Rita Ackermann. Een dansperformance van flowerpower tot hyper seksueel rond het beeld PORN van Marc Bijl. Het idee achter de Grote Kunstshow – mensen langer en intensiever naar kunst laten kijken dan de gebruikelijke negen seconden – werkt vooral wanneer iets theatraals toegevoegd wordt. Bij video’s, die van zichzelf al een tijdsduur hebben, werkt het minder. Behalve dat we niet na een minuutje weer doorlopen, zoals in het museum nog wel eens gebeurt.

Rebels

Wat ik het meeste miste in de show was het verhaal van Rattan Chadha, de verzamelaar van al deze werken. In de toelichting staat dat deze Nederlander geworden Indiër zich graag laat inspireren door het werk van de jonge internationale kunstenaars in zijn als ‘bijna rebels’ omschreven verzameling. Hem had ik graag op toneel gezien om ook iets te vertellen over zijn verhaal achter de kunstwerken.

Na een paar dagen kreeg ik een mailtje van de Stadsschouwburg (heel attent) met foto’s en het resultaat van het publieksonderzoek. Ongeveer 40% van het publiek beoordeelde De Grote Kunstshow als inspirerender én leerzamer dan een kunstmuseum. Ongeveer de helft van de bezoekers vond dat ze gelijk scoorden. Het Amsterdam Museum is weliswaar minder white cube-achtig dan de meeste kunstmusea en we vertellen meestal meer verhalen in de bijschriften, in video’s en audiotours, maar deze theatrale omkering van kunst kijken was weer een nieuwe inspiratie voor mijn onderzoek én voor de manier waarop musea met publiek om (zouden kunnen) gaan.