De Amerikaanse historicus Peter Gay beschrijft de negentiende-eeuwse bourgeoisie op zo’n manier dat je wordt meegesleept in een verdwenen denkwereld. Hij schakelt daarbij schijnbaar moeiteloos tussen verschillende landen, van Frankrijk tot Duitsland, van Engeland tot de Verenigde Staten, van Denemarken tot Nederland.

Tegelijkertijd daagt Gay de lezer voortdurend uit om kritisch te blijven denken. Niets is zo zwart-wit als het lijkt, zeker niet het stereotype van de preutse en bekrompen negentiende-eeuwse burgerman. Dat beeld wil Gay nuanceren, gelukkig zonder door te slaan in het ophemelen van de Victorians (genoemd naar de Engelse koningin Victoria, die leefde van 1819 tot 1901).

Geloof in Freud

Het werk van Gay is bejubeld maar ook omstreden. Dat laatste heeft vooral te maken met zijn nadruk op, je zou haast zeggen geloof in Freud. Gay wil in zijn boeken geschiedenis en psychoanalyse integreren. Vandaar ook de keuze van zijn grote thema’s: seks, agressie en conflict. Voor de niet-Freudiaan is dat soms hinderlijk. Zeker in de eerste delen komt er wel heel vaak een Oedipuscomplex om de een of andere hoek kijken. Gelukkig, wat mij betreft, raakt Freud in de latere delen meer op de achtergrond.

The Bourgeois Experience

Voor mijn onderzoek naar Van Eeghen zit The Bourgeois Experience vol interessante aanknopingspunten. Zo schrijft Gay over andere grote filantropen uit West-Europa en de Verenigde Staten, zoals John D. Rockefeller en Henry Tate (van de gelijknamige Gallery). Of over keurige heren zoals de Britse premier William Gladstone, die net als Van Eeghen  ‘gevallen vrouwen’ - lees: prostituees - wilden redden. Ja, daar had Freud vast wel iets van gevonden.


Christiaan Pieter van Eeghen

Gay schrijft ook over negentiende-eeuwse gewoontes in het schrijven van brieven en dagboeken, de positie van vrouwen, nationalisme, de opkomst van de historische wetenschap, groei van de steden, kunstverzamelaars, nieuwe stadsmusea en zo kan ik nog even doorgaan. Allemaal relevante onderwerpen bij mijn onderzoek. In het laatste deel, Pleasure Wars, besteedt hij onder anderen aandacht aan de Amsterdamse kunstverzamelaars Abraham Willet en Carel Fodor. Dat waren min of meer tijdgenoten van Christiaan Pieter van Eeghen. Van Eeghen zelf heeft Gay echter over het hoofd gezien. Reden te meer om daar eens een boek over te schrijven.