Toevallig was er van 6-8 oktober een andere bijeenkomst rond heritage op het eiland: een workshop van twee NWO-projecten. Meer daarover in deze blog. Ik werd uitgenodigd  me aan te sluiten en had zo de gelegenheid het Curaçaos erfgoed vanuit twee verschillende perspectieven te ervaren.

Slavernij

Op woensdag 9 oktober ontmoeten de wereld van de academische onderzoekers en die van de ondernemers elkaar bij de Nederlandse vertegenwoordiging. Die is gevestigd in een prachtige 19de eeuwse villa in de wijk Scharloo. KITLV-directeur Gert Oostindie deelt de inzichten uit de NWO projecten. Hans de Boer vertelt over de eeuwenlange rol van Curaçao als overslageiland. Na afloop zeg ik hem dat het me beter lijkt om daarbij niet te verhullen dat het om slavernij ging. “Ik wilde het neutraal houden”, is De Boer’s antwoord. "Het is geen neutrale geschiedenis", reageer ik. De volgende avond heeft het complete gezelschap potentiële Nederlandse investeerders en hun Curaçaose counterparts zich verzameld boven op Fort Nassau, inmiddels een restaurant, maar in 1797 gebouwd als verdedigingsfort. Aan zijn verhaal over Curaçao als overslagplaats voegt Hans de Boer nu toe: “ik heb met Annemarie de Wildt van het Amsterdam Museum afgesproken dat we het niet mooier maken dan het is; het ging ook om slavernij”.

Toespraak van Hans de Boer op Fort Nassau, foto Annemarie de Wildt

Toespraak van Hans de Boer op Fort Nassau, foto Annemarie de Wildt

Mundo Bizarro

Enkele dagen voor de missie publiceerde Quinsy Gario een kritische blog. Met een verwijzing naar de West-Indische Compagnie en Shell stelt hij dat er een historische continuïteit is om het eiland over te leveren aan bedrijven en investeerders. Op Pietermaai heeft dat volgens Gario geleid tot vernederlandsing van de wijk. Dat is inderdaad zichtbaar tijdens de rondgang langs investeringsobjecten in de vier districten in het Werelderfgoedgebied. We lopen langs prachtig opgeknapte huizen in Pietermaai, volgens onze gids tien jaar geleden het domein van ‘hoeren en junks’. De eerste panden werden opgekocht en verhuurd aan Nederlandse stagiaires, die daarmee een instrument werden van de gentrificatie van de wijk die nu wel Quartier Latin van Willemstad genoemd wordt. We staan voor een van de hotspots Restaurant Mundo Bizarro waar ik dinsdag tijdens het eten met enkele NWO wetenschappers, waaronder de vroegere directeur van het NiNsee gedachten uitwisselde over slavernijgeschiedenissen in het Caraïbisch gebied. Twee dagen later gaat het gesprek op de stoep over het gebrekkige onderhoud van de straten en vragen de potentiële investeerders of de overheid bereid is om iets te doen aan de ‘rotte kiezen’, de vervallen panden, vaak onverdeelde boedel, die je echt niet als buurman wil hebben. Weer in het busje en door naar Punda waar de investeringsmogelijkheden vooral liggen in het realiseren van woningen boven winkels. Er worden jaarlijkse winsten van 20 tot 30 % in het vooruitzicht gesteld.

Wandeling door Pietermaai, foto Annemarie de Wildt

Wandeling door Pietermaai, foto Annemarie de Wildt

Otrobanda

In Otrobanda (de andere kant) is de sfeer anders. Het is nog steeds een woonwijk, de wijk waar veel arbeiders van de Shell-raffinaderij woonden. Naast vervallen huizen, soms met fraaie muurschilderingen, opgeknapte panden zoals dat van UniArte waar ik eerder die week op bezoek was. Na de Trinta di mei opstand van 1969 raakte de wijk steeds meer verwaarloosd. De Nederlandse Jacob Gelt Dekker was een van de eerste die begon met ondernemen in Otrabanda. Kurá Hulanda werd een hotel, annex internationaal slavernijmuseum. Inmiddels zijn ook veel Curaçaose ondernemers begonnen aan het opknappen van huizen in deze wijk. Met de missie bezoeken we enkele grote investeringsobjecten zoals het de gebouwen van het Elisabeth ziekenhuis dat binnenkort verhuisd naar een nieuw pand. Dekker is onlangs overleden en ook Kurá Hulanda staat te koop.

Ingang Slavernijmuseum met portret van Gelt Dekker door John de Bont, foto Annemarie de Wildt

Ingang Slavernijmuseum met portret van Gelt Dekker door John de Bont, foto Annemarie de Wildt

Toerisme als redding?

In het Maritiem Museum worden de deelnemers aan de missie de volgende dag toegesproken door premier Rhuggenaath en twee ministers. Ze beloven vereenvoudiging van vergunningen en een aanpak van weigerachtige eigenaren van verkrotte panden. Ook wordt nog eens gewezen op de belastingvoordelen, die deels te maken hebben met de status van Willemstad als Werelderfgoed. Met het nagenoeg wegvallen van de handel met het ‘communicerende vat’ Venezuela en de problemen bij olieraffinaderij Isla lijkt toerisme de enige optie. De verwachte groei van 20 naar 30 tot 35% van het nationaal inkomen, zal onder andere komen van Corendon. Gunay Uslu houdt voor een volle zaal met overwegend mannen een enthousiast verhaal over een mega-investering van Corendon: het Mangrove Beach Hotel, met 850 kamers. Ze toont foto’s van een project van Corendon en het Amsterdam Museum: museumobjecten in het hotel, zodat ze gasten bij het ontbijt al het Amsterdam Museum tegen komen. Heritage is belangrijk, betoogt Gunay, die gepromoveerd is op het onderwerp. Werk samen met Curaçaoënaars is haar andere boodschap. Het water uit de zuiveringsinstallatie gaat deels naar boeren in de omgeving, zodat zij het voedsel voor het all-inclusive resort kunnen verbouwen. Kunstenaars ontwerpen de stoffering en gaan workshops geven. Met milieuactivisten overlegt Corendon over het mangrovebos.

Jandino Asporaat en Hans de Boer voor Hotel Avila, foto Annemarie de Wildt

Jandino Asporaat en Hans de Boer voor Hotel Avila, foto Annemarie de Wildt

Ook Jandino Asporaat, die naast acteur en producent investeerder in Curaçaos vastgoed is, houdt een hartstochtelijk pleidooi om de bevolking mee te laten delen in de winsten. “Wie profiteert er echt van het toerisme? Mensen maken schoon en bedienen en krijgen dan te horen: waarom lach jij niet? De Curaçaoënaars moeten ook chef  kunnen worden”. “We moeten wel realistisch blijven”, reageert een Curaçaose investeerder. Op weg naar de koffie kom ik Cor van Zadelhoff tegen met wie ik bij de ontvangst op Fort Nassau, met een biertje erbij, heftige discussies over de Gouden Eeuw gevoerd heb. “Mooie PR voor het Amsterdam Museum, dat verhaal van Gunay” zegt hij. Ook Kurt Schoop loop ik tegen het lijf. Hij is de eigenaar van het Bario boutique hotel, waar we eerder in de week met het NWO gezelschap zaten. Kurt komt een verhaal houden over zijn Kaya Kaya street party, waarmee hij telkens in een andere buurt in Otrobanda terreinen opruimt en mogelijkheden creëert om wat te verdienen. Tijdens de lunch wandelen we langs waslijnen vol met investeringsobjecten. Ook Kura Hulanda hangt erbij. Ik ontmoet de curator die het faillissement afhandelt. Een investeerder die ook het museum overneemt heeft de voorkeur.

Investeringsprojecten, foto Annemarie de Wildt

Investeringsprojecten, foto Annemarie de Wildt

Amsterdam connectie

In deze geestige aflevering van Klokhuis wordt de verovering van Curaçao verteld voor kinderen. Nederlanders bouwen in het Caraïbisch gebied de Amsterdamse huizen met klokgevels na. “Geef mij maar Curaçao, dat wordt net als Amsterdam”, zingen de acteurs. Inmiddels zijn de huizen in Willemstad in felle kleuren geschilderd, maar de Amsterdamse inspiratie is duidelijk. Dat is goed zichtbaar vanaf het terras van het Paleis van de Gouverneur. De huidige gouverneur Lucille George-Wout ontvangt ons daar op vrijdagavond. Het paleis is gebouwd boven op Fort Amsterdam, dat werd aangelegd in 1635, een jaar nadat de WIC het eiland veroverd had op de Spanjaarden. Het is een historische sensatie om daar te staan, met zicht op het meest gefotografeerde pand van het Caraïbisch gebied en de pontjesbrug. En de hapjes waren ook uitstekend.

Ontvangst in de tuin van het Gouvernementspaleis, foto Annemarie de Wildt

Ontvangst in de tuin van het Gouvernementspaleis, foto Annemarie de Wildt

Culturele sporen

Op zaterdag is de bijeenkomst van het culturele spoor met collega’s van musea in Willemstad: het Maritime Museum, Joods Museum, NAAM, landhuis Rooi Catootje en het Curaçaosch Museum. Een vertegenwoordiger van het ministerie van OCW houdt een verhaal over het belang van erfgoed, het FARO verdrag en Nederlandse initiatieven om de bevolking te betrekken. Museum de Fundatie biedt inzicht in hun marketingstrategie. Ik vertel over het werken met persona’s in het Amsterdam Museum, zoals wij al jaren met Motivaction doen en over het belang van immersieve opstellingen, inclusiviteit, interactie, storytelling en de connectie tussen het museum en de buitenwereld. Tijdens de investeringsmissie werd vaak cultuur genoemd als onderdeel van herbestemming van oude panden. Een van de meest concrete plannen komt aan de orde. Het Prinsenstraat project in Punda wil culturele ruimtes combineren met commercie en groen en zo dat deel van Punda laten opleven.

Lida Pandt en Michiel van der Veur tijdens de brainstorm, foto Annemarie de Wildt

Lida Pandt en Michiel van der Veur tijdens de brainstorm, foto Annemarie de Wildt

Na een korte rondgang door het Curaçaosch Museum brainstormen we gezamenlijk over verbeteringen in de situatie van musea. Met nauwelijks steun van de overheid is het overleven met veel te weinig mens-, meestal vrouwkracht, gebrekkige collectieregistratie en idem onderhoud en geen (collectieve) marketing. Er borrelen ideeën op, zoals gezamenlijk op zoek naar Reinwardt-stagiaires voor registratie, samen in de museumvereniging betere connecties leggen met de toeristenbranche, en het meer profileren van de rijke, veelzijdige geschiedenis maar ook pijnlijke geschiedenis van het eiland in plaats van alleen maar zon, zee en snorkelen. Ik heb, ook vanwege ons mapping slavery  project een kaartje gemaakt met een mogelijke slavernijroute, want het zou toch mooi zijn als toeristen na een weekje Curaçao op zijn minst weten wie Tula was. Zo’n slavernijroute kan gaan van Kura Hulanda, via de route waarlangs de opstandige slaven in 1795 liepen vanaf landhuis Knip. Elk jaar in augustus wordt de theatrale Ruta Tula georganiseerd rond de herdenkingsdag van de Grote Slavenopstand. Maar ook de plantage Savonet en Kas di Pal'I Maishi vertellen over het slavernijverleden, net als het Museo di Tambú. Zo zou je nog meer routes kunnen maken, met kunst, ecologie of eten als focus. Er was ook enthousiasme voor project van Corendon en het Amsterdam Museum om objecten of reproducties uit de museumcollecties te tonen in hotels.

Tijdens de lunch in het Avila Beach Hotel gaan de uitwisselingen verder. Met Thamara Moreno Vervuurt praat ik over het verbeelden van het verhaal van Rooi Catootje. Lida Pandt van het NAAM vertelt over een spannende reizende tentoonstelling die binnenkort van start gaat over Trinta di mei 1969. Deze opstand van arbeiders van de Shell-olieraffinaderij is decennia lang geframed als ‘de arbeiders die de winkels in Punda kwamen plunderen’. Met een bus met historische foto’s, theatrale programma’s met oral histories en een VR-programma gaan ze de buurten in om andere verhalen te vertellen en te verzamelen.

Zee

Als ik even later een uurtje op het privé stand van Avila zit, uitkijkend over de zee en de laagvliegende pelikanen, fantaseer ik erover dat die bus met de tentoonstelling over de opstand ook een tijdje op het terras van het hotel komt te staan. Dan kunnen de rijke toeristen wat wijzer worden over de woede om de neo-koloniale werkomstandigheden. Ik droom nog even door. Nederlandse investeerders kopen Kura Hulanda, en redden het slavernijmuseum, een deel van de 30% winst van de appartementen boven de winkels gaat naar de gezamenlijke museummarketing, we brengen een gids uit of maken een website Mapping Slavery Curaçao…. Het zou mooi zijn als het resultaat van de missie niet alleen een financiële injectie voor de noodlijdende economie is, maar ook meer aandacht voor de mooie en pijnlijke kanten van het gedeelde erfgoed.