In de 17e eeuw was een belangrijk doel van kunstenaars om natuurgetrouwe voorstellingen af te beelden. Hierbij speelde de tekenkunst een belangrijke rol: tekenen was immers de snelste manier om observaties direct vast te leggen. Veelal bestaan de Noord-Nederlandse tekeningen uit deze periode uit natuurstudies van planten, bomen en dieren, vaak ‘naar het leven’. Zulke tekeningen maakte de kunstenaar vaak als oefening en voorbeeldmateriaal voor een eindproduct.
Natuurstudies leidden in het bijzonder tot het stilleven. Stillevens zijn schilderijen waarop een cluster van allerlei objecten afgebeeld is. Bloemen, kleine insecten en vruchten die in natuurstudies op zichzelf werden bestudeerd, werden voor het eerst als zelfstandige onderwerpen voor schilderijen gekozen en samengevoegd tot een geheel.
Het tekenalbum van Catharina Backer
Amateurschilderes Catharina Backer (1689 - 1766) werd geboren in het rijke regentenmilieu van Amsterdam. Ze tekende en schilderde uit liefhebberij en kon dat doen dankzij de rijkdom van haar familie. Haar vader was kunstverzamelaar. Hij bezat schilderijen van befaamde kunstenaars en een rariteitenkabinet.
Catharina heeft geschilderd, getekend met krijt en geaquarelleerd. Haar tekenalbum bevat figuurstudies van mensen en dieren, genrestukjes, portretjes en mythologische voorstellingen. Opvallend is dat ze halverwege het album overschakelt op natuurstudies van bloemen, dieren en insecten ‘naar t leeve’ getekend, waar ze haar talent ontdekt.
In 1711 trouwde Catharina met haar neef Allard de la Court, die ook een verzameling van schilderijen en rariteiten bezat. Wellicht was dit de aanleiding voor Catharina om bloemstillevens te gaan schilderen.
Nadine Versluis - student kunstgeschiedenis Universiteit van Amsterdam