In het Cromhouthuis wordt elke woensdag- en vrijdagmiddag driftig getekend. De vogels van Hondecoeter zijn gewilde modellen, ze verbeelden de stadsbestuurders die werkzaam waren in het stadhuis dat op de achtergrond is weergegeven. Elke vogel afzonderlijk trekt de aandacht: de wijze uil zittend op een stok, de trotse pauwen en de duif die neerstrijkt op de balustrade. Maar het valt verschillende tekenaars op dat als ze recht voor de duif gaan zitten en hem proberen te tekenen, de anatomie van het beest niet lijkt te kloppen.
De verklaring is dat hun standpunt niet overeenkomt met dat van de toeschouwer voor wie Hondecoeter zijn schilderij had bedoeld. Zijn doek was bestemd om op een hoge plek - boven een schoorsteen of boven een deur - geplaatst te worden. Helaas weten we niet wie de opdrachtgever was en op welke plek het schilderij oorspronkelijk is geïnstalleerd, maar zeker is dat Hondecoeter er bij het schilderen rekening mee heeft gehouden dat men de het tafereel van onderaf zou beschouwen. Hij paste zijn perspectief en daarmee ook de anatomie van de duif aan, zodat de vogel als natuurgetrouw zou worden ervaren door de beschouwer die opkeek naar het hooggeplaatste schilderij.