Kunstschouw
Al die tekeningen, prenten en boeken worden bewaard in het collectiecentrum van het Amsterdam Museum in Noord. Daar stonden ze onlangs centraal bij een ‘kunstschouw’, een besloten bijeenkomst van kunstkenners en verzamelaars - naar goed 19de-eeuws gebruik, alleen dan in een geklimatiseerde ruimte in plaats van een rokerige salon.
(Oud-)conservatoren Nel Klaversma en Tom van der Molen hadden een kleine, maar fijne selectie gemaakt uit de enorme Luykenverzameling van Van Eeghen. De werken lagen op een grote tafel uitgestald. Niet achter glas, zoals meestal in een museum, maar net zo onbeschermd als ze ooit op een tafel bij de Van Eeghens thuis moeten hebben gelegen. Voor het eerst kon ik ze van zo dichtbij bekijken.
‘Het Menselyk Bedryf'
Jan en Casper Luyken waren doopsgezind, wat waarschijnlijk een belangrijke reden was voor Van Eeghen om hun werken te verzamelen. Veel van de tekeningen en prenten hebben religieuze onderwerpen. Eén van de pronkstukken op de kunstschouw was een prent van de toren van Babel, met op de voorgrond honderden krioelende mensen, tot in het kleinste detail gegraveerd.
Niet alle voorstellingen zijn religieus. Misschien wel het bekendste werk van vader en zoon Luyken is de ‘Het menselyk bedryf’ (1694), een bundel met prenten en beschrijvingen van honderd 17de-eeuwse ambachten. Ze geven een prachtig beeld van deels verdwenen beroepen. Alleen al die namen: bezembinder, gouddraadtrekker, zwaardveger...
Verzamelen voor gevorderden
Van Eeghen had al een respectabele Luykenverzameling toen hij in 1884 een grote slag wist te slaan. Dat jaar werd de bekende collectie geveild van Geisweit van der Netten, een groot verzamelaar uit Zwolle. Het verloop van de veiling zegt veel over Van Eeghen, die in de regel wist wat hij wilde én het kon betalen:
Maandag had ten huize van de firma W.P. Van Stockum & Zoon te ‘s-Hage een merkwaardige veiling plaats, die ofschoon de catalogus twee geheele zittingen aangaf, slechts even zooveele minuten duurde. Het gold de zeer fraaie collectie van het werk der beroemden Amsterdamschen Etser Johannes Luyken, bijeengebracht door wijlen kolonel Geisweit van der Netten. Alvorens de verzameling nummer voor nummer te veilen, werd het geheel en bloc aangeboden, en gekocht door de firma’s Martinus Nijhoff en Frederik Muller & Co. Wij meenen niet onbescheiden te handelen met hieraan toe te voegen, dat het geheel een plaats ontvangt bij de reeds zeer fraaie verzameling van denzelfden meester in het bezit van den heer C.P. van Eeghen alhier.
Aldus de Nieuwe Amsterdamsche Courant/Algemeen Handelsblad 29 februari 1884.
Schenking aan de stad
Vijf jaar na deze aankoop (via de firma’s Nijhoff en Muller) overleed Christiaan Pieter van Eeghen. Op diens verzoek schonken zijn kinderen de hele Luykencollectie aan de stad Amsterdam. Maar nog niet meteen in 1889. Van Eeghens oudste zoon Pieter had namelijk de liefde voor Jan en Casper Luyken geërfd en hij breidde de verzameling na de dood van zijn vader nog uit.
Bovendien werkte hij jarenlang aan een catalogus van het werk van vader en zoon Luyken, samen met Johan van der Kellen (de eerste directeur van het Rijksprentenkabinet). Pas toen die catalogus in 1905 af was kon Pieter van Eeghen met een gerust hart afstand doen van de collectie. De kolossale kast, waarin de werken bij hem thuis hadden gestaan, kreeg het museum er gratis bij.
Meer informatie over deze collectie
Met dank aan Nel Klaversma