Sinds 2002, toen ik voor het eerst een expositie maakte over prostitutie in Amsterdam, had ik mijn zinnen erop gezet om The Hoerengracht nog eens naar het, toen nog, Amsterdams Historisch Museum te halen. Een enorme uitdaging: een werk van 4 bij 14 meter, in tientallen kratten, die opgeslagen stonden bij Nancy Kienholz in Hope, Idaho. In 2002 was niet mogelijk om het werk in Amsterdam te exposeren. Dankzij de samenwerking met The National Gallery (NG) in Londen lukte het wel in 2010.
Levensverhalen in de peeskamers
Nancy Kienholz kwam in 2009 naar Amsterdam, samen met NG-curator Colin Wiggins. De Wallen waren behoorlijk veranderd sinds Nancy en Edward daar in het midden van de jaren tachtig regelmatig kwamen om inspiratie op te doen en materiaal te verzamelen voor The Hoerengracht. In hun Berlijnse appartement en studio groeide de installatie. Bij hun bezoeken aan Amsterdam maakten ze contact met de Amsterdamse hoeren en keken rond in hun peeskamers. Aanvankelijk stonden de vrouwen afwerend tegenover de reusachtige Edward en roodharige Nancy, maar toen ze merkten dat de kunstenaars ‘the going rate’ betaalden om bij hen rond te kijken, waren ze welkom. Sommigen vertelden hun levensverhalen. Nancy maakte polaroidfoto’s, inspiratie voor de interieurs die ze creëerden rond de verschillende karakters van The Hoerengracht. Voor het maken van de beelden van de prostituees leenden hun Berlijnse vriendinnen hun lichamen. ‘I did the hands and I let Edward do the breasts’, vertelde Nancy me lachend, met haar doorrookte stem. Tijdens deze sessies praatten ze erover hoe seks werk kon zijn. Nancy was verbijsterd dat haar Europese vriendinnen over het verkopen van hun lichaam praatten als ‘an option’.
Cookie boxes
Met hun installatie wilden Edward en Nancy sekswerk zichtbaar maken, inclusief de ambiguïteit van prostitutie. Om de hoofden van de vrouwen, koppen van etalagepoppen, plaatsten ze glazen cookie boxes. Voor Nancy waren die dozen een verbeelding van de mogelijkheid je af te sluiten terwijl je seks had met een onbekende man. Nancy en Edward Kienholz voelden empathie voor de vrouwen, verzekerde Nancy ons. Terwijl ze aan de installatie werkten, fantaseerden de kunstenaars over hoe de vrouwen op de Amsterdamse Wallen terecht gekomen waren. Tijdens tentoonstelling waren de koekjesdozen een dankbaar onderwerp voor gesprekken met bezoekers, prostituees en klanten over de aard van betaalde seks. Kan je je afsluiten of niet? Wat doet sekswerk met je? Als prostituee en als klant? Hoe kijken bewoners van Amsterdam naar de vrouwen achter de ramen ?
Nancy was niet meer in het Amsterdamse Red Light District geweest sinds de jaren tachtig. Terwijl we er rondliepen in 2009, samen met Collin Wiggins en Nicola Jeffs van de NG, vertelde ik over ‘project 1012’ dat in 2007 gestart was, gericht op vermindering van de raambordelen. Nancy had haar twijfels, maar was vooral onthutst over de veranderingen in de kamers zelf. Sinds de legalisering van de prostitutie in 2000 hadden de ‘romantische’ met rood pluche bekleedde peeskamers met schemerlampjes en porseleinen hondjes in het raam, plaats gemaakt voor strak betegelde ruimtes met tl-licht. ‘Some tiler must have earned a lot of money’ was haar nuchtere commentaar.
The Hoerengracht
Ik nam het gezelschap mee naar een van de meest typerende plekken van Amsterdam. Op het Oudekerksplein, tegenover achterkant van de kerk is sinds 1996 kinderdagverblijf Prinses Juliana gevestigd, enkele stappen van de peeskamers op de hoek van het plein, waar vrouwen uit het Caribisch gebied werken. We liepen ook over het Waterlooplein, heel wat aangeharkter dan de vlooienmarkt waar Edward en Nancy midden jaren tachtig rondstruinden, op zoek naar oude telefoons, schilderijtjes en snuisterijen waar ze hun peeskamers mee inrichten. Nancy vertelde over het straatnaambord Hoerengracht, dat ze in Amsterdam lieten maken. Pas toen ze de ambtenaar verzekerden, dat de installatie naar Amerika zou gaan, was hij bereid hen te helpen. En natuurlijk gingen we kaasfondue eten in Café Bern waar Nancy en Edward vaak kwamen. De gesprekken tussen Colin Wiggins, Nancy en mij gingen ook over het creëren van kunst. De harslaag die The Hoerengracht bedekt kan je zien als tranen, of regen, maar voor de Kienholz was het vooral een manier om alle onderdelen met elkaar te verbinden en eenzelfde patina te geven.
Op zoek naar de Wallen anno 2009
In de tentoonstelling was ook werk van andere kunstenaars over prostitutie te zien. Ook wilden we de context tonen; de veranderingen in de rosse buurt. Met Wendy van Wilgenburg filmden we daarom de zoektocht van Nancy Kienholz naar de Wallen anno 2009. Nancy sprak met Pierre van Rossum, projectmanager van project 1012. Angela Serino, curator van AiR/Redlight Art Amsterdam, vertelde haar hoe de kunstenaars die tijdelijk in de leegstaande bordelen in de Korsjespoortsteeg trokken de opdracht kregen ‘to experience the former brothels’. Aan wethouder Caroline Gehrels vroeg Nancy of de ontwerpers en prostituees met elkaar communiceren. Met vroegere wijkagent Joep de Groot praatte ze over de veranderingen in de buurt, zoals de komst van de Oost-Europese vrouwen. Tijdens het gesprek met Mariska Majoor van het Prostitutie Informatie Centrum ging een alarm af in een van de raambordelen in de buurt. ‘Toch is het werk minder erg dan veel mensen denken’, vertelde Mariska aan Nancy; ‘je hoeft niet iedereen binnen te laten of alles toe te staan’. Bij Jan Broers, bordeelexploitant wilde Nancy het interview graag voor het raam doen. Marieke van Doorninck adviseur van het European Network against trafficking in human beings, legde, naast het standbeeld van Belle, aan Nancy uit wat de effecten van legalisering waren en wat gentrificatie betekent voor de Wallen.
De afgelopen week heb ik de video weer bekeken, omdat ik Nancy weer even levend wilde zien, met haar sceptische lachje als de manager of de wethouder vertellen dat het allemaal veel beter gaat worden. Hoe anders is de situatie op de Wallen inmiddels. Helaas zal ik er nooit meer rondlopen met Nancy, zoals ik eerder dit jaar rond nog rondliep met Peter Goulds, galeriehouder van Kienholz en David Hockney, die in Amsterdam was voor de opening in het Van Goghmuseum. We bekeken de massa’s toeristen op de Wallen en haalden herinneringen op aan Nancy en de avonturen rond de expositie van The Hoerengracht.
Nancy vond het bijzonder dat The Hoerengracht nu eindelijk te zien was in Amsterdam en om kennis te maken met de Amsterdamse prostituees en bordeelhouders anno 2010. In The National Gallery in London was de installatie getoond tussen 17de eeuwse schilderijen van Jan Steen en Gerard Dou. Er waren geen verwijzingen naar de eigentijdse prostitutie in Londen. De opening, een diner in de rotonda van de National Gallery met zo’n 200 mensen, was mijn eerste kennismaking met de Kienholz diaspora van vrienden van Nancy die vaak naar de openingen kwamen.
Sekswerkers en kunstelite
De opening in het Amsterdams Historisch Museum was totaal anders, met een theatrale persiflage op de modeontwerpers op de Wallen door drie travestieten en ontmoetingen tussen bordeelexploitanten, sekswerkers en de Amsterdamse (kunst)elite. De avond ervoor hadden we een feestje gehad bij Henk en Louise Schiffmacher, al jarenlang bewonderaars van Kienholz. Nancy genoot van de gesprekken aan de tafel in hun souterrain. Ze was vurig en openhartig, en geïnteresseerd in mensen.
Nancy bracht een bezoek aan Amsterdam toen The Beanery weer opgesteld stond in het vernieuwde Stedelijk Museum. Met haar sceptische lachje luisterde ze naar curator Bart Rutten, die vertelde hoe de restauratoren scheikundige experimenten hadden gedaan om de geur van de bar te reconstrueren. Toen Roxys, de installatie die Edward Kienholz in 1961/2 maakte van een bordeel in de Amerikaanse mid-west, in 2009 in Berlijn vertoond werd, had Nancy op haar eigen manier voor de juiste geur gezorgd. De verzamelaar van het werk vertelde me, toen ik er met hem rondliep, dat Nancy wat goedkope parfum rond spoot en een uurtje kettingrokend in Roxys doorbracht.
Kienholz diaspora
Sinds de expositie van The Hoerengracht in het Amsterdam Museum maakte ik ook een beetje deel uit van de Kienholz diaspora. Regelmatig kreeg ik een uitnodiging voor een opening van een expositie. In Frankfurt was ik bij het retrospectief The Signs of the Times in Schirn Kunsthalle met The Ozymandias Parade (1985). In 2016 werd het indrukwekkende Five Car Stud geëxposeerd in de Fondazione Prada, de nieuwe eigenaar van het werk. De installatie verbeeldt raciaal geweld; een zwarte man wordt gemolesteerd door een groep witte mannen. Als bezoeker loop je er doorheen, in de koplampen van de pick-uptrucks van de daders.
Na afloop van de vernissage gingen we met zo’n 50 genodigden en Miuccia Prada eten in de Milanese trattoria waar Miuccia stamgast is. Nancy moest altijd erg lachen als ik weer ergens op de fiets arriveerde, terwijl de Kienholz diaspora, de meesten in de zeventig, zich uitsluitend per taxi’s verplaatste. Maar er waren ook meer intieme ontmoetingen, etentjes samen met Lisa van de galerie en de bouwers/restauratoren Daryl en Sherry Witcraft die jarenlang de wereld afreisden om in musea de installaties van Kienholz op te bouwen. Ook in Amsterdam waren ze weken lang bezig geweest. Ik hoorde mooie verhalen over hoe Five Car Stud jarenlang in een Japanse bedrijfscollectie aan het verroesten was, in de VS gerestaureerd werd en uiteindelijk in Milaan belandde. Vorig jaar was de laatste keer dat ik Nancy zag bij de opening van expositie ‘Sanguine/bloedrood’, die Luc Tuymans samenstelde in het M HKA in Antwerpen. Five Car Stud stond, net als bij de première op de Documenta van Kassel (1972) in een zwarte dome op de kasseien van de Zuiderdokken. Zeer indrukwekkend. We dronken wijn met de Kienholz diaspora op het dak van het museum.
Zo jammer dat ze er niet meer is, en zo fijn dat ik haar gekend heb.