De Blije Intocht

Alhoewel Napoleon in tegenstelling tot zijn broer Lodewijk, niet erg geliefd is, wordt hij toch met alle égards ontvangen. Burgmeester Van Brienen van de Groote Lindt en zijn elf in rokkostuum gestoken adjunct-burgemeesters vormen het comité van ontvangst. Volgens aloud gebruik biedt Van Brienen de op rood fluweel gedrapeerde verguld zilveren sleutels van de stad aan de keizer aan. De overdracht vindt plaats op de Oeterwalerweg -de huidige Linnaeusstraat- op de grens van Amsterdams grondgebied. Zittend op zijn paard neemt Napoleon de sleutels in ontvangst. Het is een verwijzing naar zijn verheven positie. Als de stoet zich richting Dam begeeft klinkt uit vele kelen ‘Vive l’Empereur’.

Na veertien dagen verlaat het echtpaar met in hun gevolg tientallen hoogwaardigheidsbekleders en duizenden militairen de stad. Zo ook talrijke jonge en sterke Amsterdammers, die de keizer ingelijfd heeft voor zijn ‘Grande Armée’. Er staat een Russische Veldtocht voor de deur. Het feest is voorbij.

 

Voor de eeuwigheid

De Antwerpse kunstschilder Mattheus Ignatius van Bree, wordt door de Gemeente Amsterdam aangezocht om des keizers ‘Blijde Intocht’ vast te leggen. En dát doet hij, met verve. In 1813 wordt het eindresultaat in het Oude Stadhuis onthuld. Daar weten ze niet goed raad met een kolossaal, zes bij vier meter metend doek, de gigantische lijst niet meegerekend. Het wordt in 1885 doorgeschoven naar het Rijksmuseum waar het voor publiek te bezichtigen is. Na zes jaar wordt het, op een klein uitstapje naar het Stedelijk Museum na, voor jaren weggeborgen in het depot.

 

Aan de rol 

Dan gaat Napoleon aan de rol. Letterlijk. Hij wordt door het Amsterdam Museum geadopteerd. De Van Bree wordt in de Schuttersgalerij voorzichtig uitgerold, gespannen en opgehangen op die ene spijker die nog vrij is, vlak bij de ingang aan de Begijnensteeg. Duidelijk is dat doek in de loop der jaren flink wat “butsen en deuken” opgelopen heeft. Een restauratie is dringend noodzakelijk. Het zijn 750.000 kostbare vierkante centimeters, die schoongemaakt en geretoucheerd moeten worden, waarvoor een crowdfundingsactie in gang wordt gezet. Wie wil kan voor een prikkie de neus van Marengo kopen, een kostbaarder kwart van een gevierendeelde keizer, misschien wel het roodfluwelen kussen of welk ander deel van het doek dan ook. In ruil daarvoor krijgt de koper een deel van het achterdoek en een eigendomsbewijs. De actie is een succes. Onder de handen van restaurator Katherin Kirsch en haar team wordt het werk op locatie weer tot bloei gebracht. Op 9 oktober, precies twee honderd jaar na de eerste intocht wordt de feestelijke intocht in het museum nog eens dunnetjes overgedaan.

 

Au revoir Napoleon

Na tien jaar genieten van deze historische gebeurtenis wordt de Intocht weer neergehaald en ingepakt, klaar voor vertrek. Een enorme operatie. We hebben de spijker nodig voor onze tentoonstelling die in het teken van de Gouden Koets staat. De in zwarte schoenen gestoken witte beentjes, die van Marengo incluis, gaan op weg naar ons depot in Amsterdam-Noord. Napoleon wordt vriendelijk verzocht de zilveren sleutels van de stad bij onze dienstportier achter te laten.