De aap

Volgens de Physiologus, een voorloper van de middeleeuwse bestiaria, is de aap een symbool van de duivel. Hij staat voor ketterij en voor het heidendom. Het beestje verenigt bovendien allerlei ongewenste eigenschappen in zich zoals dwaasheid, luiheid, ontucht, ijdelheid, na-aperij en tal van andere ondeugden.

De spinnende aap

Zijn actieve evenknie vindt zijn weg - via margetekeningen in middeleeuwse handschriften – naar het vroege handwerkonderwijs. De spinnende aap schaart zich tussen allerlei andere merklapmotiefjes, waar veel meisjes in leerscholen, al dan niet in weeshuizen, zich een weg doorheen kruissteken om een vak te leren. De aap zit doorgaans in een leunstoeltje. Voor hem staat een spinrokken op een houten voet. In zijn poten houdt hij de te spinnen draad vast. Aan het uiteinde van die draad hangt een spinspoel. Het spinrokken is als een zelfstandig object het symbool van de deugdzaamheid, van de vrouw des huizes en van de personificatie van de Vlijt. Op middeleeuwse voorstellingen is het een van de attributen van de Maagd Maria, de moeder van Christus. Maria spint als jonge vrouw de draad waarmee het voorhangsel van de tempel geweven is. Dat weefsel scheurt in tweeën op het moment dat haar zoon de kruisdood ondergaat (Mattheüs 27:50-51).

Clotho, Lachesis en Atropos

Het motief van de aap aan het spinrokken grijpt terug op de Griekse schikgodinnen, de gezusters Clotho, Lachesis en Atropos, die over het lot van de mens beschikken. Clotho, de spinster en de oudste van het stel, spint de draad van het leven; Lachesis, de lotbedeelster, bepaalt de lengte en Atropos, de onafwendbare, snijdt de draad door. De zussen houden ons een spiegel voor; het leven is eindig en de levensdraad kan op elk moment verbroken worden.

 

De dwaze aap

Net zoals de Griekse schrikgodinnen probeert ook de aap een levensdraad te spinnen. Maar hoogmoed komt voor de val. Zijn dwaasheid staat de aap in de weg; zijn pogingen mislukken jammerlijk. Hij toont ons daarmee dat het levenslot van de mens niet in eigen handen ligt maar in die van God: “de mens wikt en God beschikt”. De mens wordt -niet wetende hoe lang zijn levensdraad is- voorgehouden dat hij zijn tijd op aarde deugdzaam door moet brengen. Dat is een wijze les voor velen. Uiteindelijk valt er dan toch nog goed garen met dit dwaze dier te spinnen.

 

De doek van Maria Block is nog t/m 3 september a.s. te zien in de tentoonstelling Continue This Thread, in het Amsterdam Museum aan de Amstel.