Elisabeth was het zevende kind van Nanoe, een voormalige slavin en concubine van een planter. Nanoe was vrijgekocht (‘gemanumitteerd’) door haar eigen kinderen, die zelf reeds vrijgekocht waren. Zo werd Elisabeth, Nanoe’s jongste kind, als vrije zwarte geboren. Daar is zij haar leven lang trots op is geweest.

Zakenvrouw

Ze woonde bij haar halfzuster Maria Jansz., die getrouwd was met de handelaar Frederik Coenraad Bossé. Ze leerde schrijven, rekenen en deed de administratie van Bossé. Elisabeth Samson was een uitstekende zakenvrouw en ze verwierf een groot vermogen in de handel en met haar plantages, die ze had samen met Carl Otto Creutz met wie ze samenwoonde. Maar trouwen met een blanke man was haar droom. Na de dood van Otto Creutz wilde Elisabeth trouwen met Christoph Braband, koster en organist van de gereformeerde kerk. In 1764 deden zij aangifte van hun voornemen om te trouwen, maar het huwelijk werd verboden door de Raden van Politie, het hoogste bestuursorgaan. De reden: officiële vermenging van het zwarte en blanke bevolkingsdeel was niet toegestaan. Informeel waren er natuurlijk wel veel vermengingen, waar zelfs allerlei woorden voor waren, zoals mesties en mulat. Elisabeth richtte zich rechtstreeks tot de Staten-Generaal in Nederland. Pas na drie jaar kwam er een  uitspraak: er bestond geen wet die een huwelijk tussen blank en zwart verbood. Helaas was Christoph Braband inmiddels overleden. Maar niets stond het huwelijk van Elisabeth met een andere witte man nu nog in de weg. Op 21 december 1767 trouwde zij in Paramaribo met Hermanus Daniel Zobre. Maar dat betekende niet dat ze toegelaten werd tot de blanke elite.                              Elisabeth Samson had vooral koffieplantages, die in de 18de eeuw hoge winsten opleverden. De waarde van haar bezittingen bedroeg bij haar dood in 1771 ruim een miljoen gulden. Zij werd begraven in de Nieuwe Oranjetuin in Paramaribo.

Blonde pruik

Historica en schrijfster Cynthia McLeod heeft jarenlang onderzoek gedaan naar Elisabeth Samson en dit verwerkt in een biografie en later in een roman: De vrije negerin Elisabeth. Een van de scènes uit het boek beschrijft hoe Elisabeth na haar huwelijk een uitnodiging krijgt voor de nieuwjaarsreceptie bij de gouverneur. Ze gaat erheen, met een blonde pruik op, maar wordt door alle gasten met de nek aangekeken. Ook Iris heeft haar fictieve portret van Elisabeth een blonde pruik gegeven en een tragische blik.

Onlangs was Cynthia McLeod in Nederland en ze vertelde studenten van Humanity in Action over deze beroemde en rijke Surinaamse. Een van hen vroeg: “En had zij dan zelf ook slaven op haar plantages?” “Zeker” antwoordde McLeod “en ik weet wat je volgende vraag is: en hoe behandelde zij haar slaven?”. Ze vertelde dat ze wel beter voor haar slaven zorgde dan de meeste plantagehouders. Zo was de huisvesting beter dan gewoonlijk. Maar slavernij zelf was vanzelfsprekend, zelfs voor iemand wiens moeder een slavin geweest was.

Voor informatie over de twee andere personen van het drieluik: Wilhelmina van Kelderman en Fabi Labi Dikan.

literatuur over Elisabeth Samson

Van Elisabeth Samson een biografie opgenomen in het boek 1001 vrouwen van Els Kloek

Rudi O. Beeldsnijder, ‘Een vrije negerin en een arme blanke. Twee portretten uit Suriname in de jaren dertig van de achttiende eeuw’, De Gids 153 (1990) 839-844.

Cynthia McLeod-Ferrier, Elisabeth Samson. Een vrije zwarte vrouw in het achttiende-eeuwse Suriname (Utrecht 1993).

Mieke Wouters, ‘De omstreden erfenis van Elisabeth Samson: een gemengd huwelijk in het Suriname van de achttiende eeuw’, Alerta 23 (1997) 16-18

Cynthia McLeod-Ferrier, De vrije negerin Elisabeth (Den Haag 2000)