Barbara Wurfbain (72), Museum Geelvinck Hinlopen

“In mijn favoriete blauwe kamer van dit stadspaleis hangen vijf arcadische landschappen uit 1788 van Egbert van Drielst. Ze zijn eind jaren negentig op een veiling in New York gekocht door de kunstminnende vader van de huidige eigenaar van het pand, de familie Buisman. De opgerolde doeken bleken de specifieke afmetingen van panelen in grachtenpanden te hebben. We zeggen altijd dat de doeken min of meer thuis zijn gekomen, al komen ze niet oorspronkelijk uit dit huis.

De belangrijkste gebeurtenissen op het arcadische tafereel zijn op ooghoogte geschilderd. Dus als je dineert en het gesprek valt dood, dan kun je bijvoorbeeld praten over een jongeling op het witte paard die aan de herderin een slokje water vraagt, terwijl haar jaloerse vrijer een endje verderop zit toe te kijken. Als gids probeer ik tijdens de rondleiding aan te voelen of de bezoekers al snakken naar koffie, of dat ze aan mijn lippen hangen. Je moet nooit per se je verhaal kwijt willen. Mijn ervaring als actrice gebruik ik om de anekdotes goed te formuleren en ze zonder ‘eh eh eh’ te vertellen. Wat je terug krijgt is een prettig soort aandacht en soms een hand als dank. Aan het eind van mijn dienst ben ik blij dat ik weer een zandkorreltje aan het visitekaartje van Amsterdam heb kunnen bijdragen.”