Oké, zei Johan op een gegeven moment, vlak voor de jaarwisseling in 1987, kom volgende week maar langs in De Meer. ‘Dan heb ik wel even tijd voor je.’
Slapen deed ik slecht die dagen. De afspraak stond gepland voor na de lunch, op maandag 4 januari 1988. Mobiele telefoons waren er niet. Internet? Nooit van gehoord.
Het nieuws reisde destijds aanzienlijk langzamer dan tegenwoordig. Dus toen we ons maandagmiddag nietsvermoedend meldden bij het oude stadion – fotograaf George Verberne en ik – kregen we doodleuk te horen dat de heer Cruijff een paar uur eerder ontslag had genomen… Huh? Pas later zagen we de foto’s, hoe Cruijff het pand verliet met een arm om de schouders van zoon Jordi. Ik keek Verberne aan en zei eigenlijk meteen: ‘dan zit er dus maar één ding op. We gaan naar zijn huis in Vinkeveen. Hebben we een afspraak, of hebben we een afspraak? Nou dan.’ Verberne vond het een goed plan, maar gaf me weinig kans van slagen.

Als ik aanbel bij de poort van de luxe villa in Vinkeveen, klinkt een vriendelijke vrouwenstem uit de intercom - heel modern in die tijd.
‘Ja, hallo, wie is daar?’
‘Dag mevrouw, ik ben op zoek naar meneer Cruijff.’
‘Die is er niet.’
Mevrouw Cruijff!
‘Ja maar, ziet u, het zit zo, we hadden eigenlijk een afspraak met hem vanmiddag, begrijpt u?’
Mevrouw Cruijff smelt langzaam als ik haar het hele verhaal vertel.
‘Een ogenblikje alstublieft.’
Na tien minuten zwaait de gietijzeren poort open, lopen we naar binnen en worden we bij de voordeur verwelkomt door Johan Cruijff.
‘Hé gozer,’ zegt-ie
Ja, natuurlijk kan hij zich onze afspraak nog herinneren. Maar nee, onder deze omstandigheden kan een uitgebreid vraaggesprek helaas niet doorgaan. Daar kunnen we toch wel begrip voor opbrengen, vraagt-ie.
‘Tuurlijk,’ zeg ik, een beetje tijdrekkend want in m’n binnenzak graaiend, op zoek naar pen en papier.
Om me heen hoor ik het gezoem en geklik van een werkende fotograaf.
De kettingroker Cruijff ziet er uitgemergeld uit, zijn ogen liggen diep verscholen in de kassen.
Ook al is het bitter koud, hij draagt slechts een dun overhemd. Met een stropdas.
Een interview zit er dus niet in, weten we, maar we staan zeker nog een kwartier te praten in de deuropening. Cruijff verstrekt geduldig alle informatie die ik nodig heb voor een nieuwsverhaal. Vooral de Ajax-voorzitter moet het ontgelden en wordt door hem volledig afgeschminkt. Totdat Cruijff zegt: ‘Zo, ik ga maar weer eens naar binnen want ik krijg het een beetje koud gozer.’ De volgende dag heb ik voor het eerst een groot stuk op de voorpagina van Het Parool, met naamsvermelding en een dragend portret van Verberne erbij.

Voor mij was het een soort professionele doorbraak. Maar ook Cruijff is onze ontmoeting na al die jaren niet vergeten, weet ik. Want als ik hem weleens tegenkom, zegt-ie nog steeds: ‘hé gozer’, tegen me.

Mark van den Heuvel is freelance journalist & co-hoofdredacteur van ‘Rafael’, de personality glossy van Rafael van der Vaart. (@MJvdHeuvel)