Roddel is tegenwoordig big business, maar ook in de Gouden Eeuw was er een markt voor sensationele nieuwtjes. Het Westfries Museum geeft in de tentoonstelling Roddel & Achterklap een inkijkje in de schandalen en affaires van de 17de eeuw: een schout die zijn hond een grootse begrafenis geeft, burgemeesters die een scheve schaats rijden, priesters die meer met lichamelijk genot dan het zielenheil bezig zijn, dronken predikanten, admiraals die aan dek zitten te breien, corrupte VOC-bestuurders, failliete kunstenaars en frauderende hoogleraren – tot en met maart komen ze ook hier allemaal voorbij. Vandaag: Dirkie de Veenboer.
Dirkie de Veenboer, piraat met twee gezichten, is niet meer
Roddel & Achterklap in de Gouden Eeuw
Dirkie de Veenboer, de gesel van de Middellandse Zee is dood. In het harnas gestorven, zegt koopman en stadgenoot David Pietersz de Vries. “Ik was zelf getuige van de zeeslag bij Cabo de Gata, waarin de Barbarijse zeerovers ongenadig op hun brood kregen. De Veenboer heeft dat niet overleefd.”
Wanneer deze berichten kloppen, bij piraten weet je het maar nooit, is daarmee een eind gekomen aan het leven van één van de meest kleurrijke en tot de verbeelding sprekende criminelen van ons land. Een man met vele gezichten. Hij was genadeloos bij de verovering van Spaanse en Portugese schepen. De bemanningen overleefden dit zelden. Maar hij was heel menselijk en behulpzaam, wanneer het om zeelieden uit zijn vaderland ging. VOC-schipper Willem Bontekoe, die net als De Veenboer in Hoorn geboren is, herinnert zich Dirkie nog heel goed. “Hij heeft me een keer uit de penarie geholpen, toen mijn schip gekaapt was en mijn broer en ik door de piraten naar Algiers waren gebracht. Meestal zit je daar dan als slaaf wel een tijdje vast. Ineens dook Dirkie de Veenboer op. Gekleed alsof hij de pasja van Algiers zelf was. Die legde zo even 750 guldens losgeld neer! Wij konden weer naar huis.”
Ondanks die goede daad heeft Bontekoe geen hoge pet op van zijn stadgenoot. “Hij is van het type ruwe bolster, blanke pit. Maar vergis je niet, het is een opportunist van het zuiverste water. Om groot-admiraal van de Turkse vloot te kunnen worden, heeft hij zelfs het ware geloof verloochend en zich tot de Islam bekeerd. Voor zo’n renegaat heb ik geen respect.”
Naar verluidt wilde De Veenboer al enige tijd zijn piratenvlag in de wilgen hangen. Hij had het niet meer naar zijn zin in Algiers, maar de Staten Generaal weigerden hem een pardon te geven. Hij zat dus zelf ook gevangen. Want ook al droeg hij de mooiste kaftans en kende hij geen geldzorgen, de wetenschap zijn geliefde geboorteplaats Hoorn nooit meer terug te kunnen zien heeft De Veenboer veel pijn gedaan, zeggen goede vrienden van Dirkie.
Meer weten over het jaar 1620? In de Gouden Eeuw krant van de NTR lees je elke dag het laatste nieuws over de Gouden Eeuw.
2092 keer bekeken