In zijn eerste jaren in Amsterdam maakte hij veel olieverfstudies van plekken ìn de stad en daarbuiten. Mondriaan was regelmatig te vinden aan de oevers van het riviertje het Gein, tussen Driemond en Abcoude. Deze schetsen waren in eerste instantie niet bedoeld voor de verkoop; het was oefenmateriaal voor een beginnend kunstenaar. Hij gebruikte vaak grof afgesneden stukken doek of karton om op te schilderen. Eerste-klas-materiaal kon Mondriaan zich nog niet veroorloven.

Een van zijn eerste stadsgezichten is het in ca. 1895 geschilderde werk met de titel ‘Gezicht op de Schinkelbuurt’. Het schilderij toont een deel van de wijk, badend in het zonlicht. Deze vanaf de Middeleeuwen bewoonde buurt aan het eind van de Overtoomsevaart behoorde in de tijd van Mondriaan tot de randen van de stad. Mondriaan baseerde zijn landschappen en stadsgezichten op directe observatie.

Aan Gezicht op de Schinkelbuurt heeft Mondriaan daarentegen nog in zijn atelier verder gewerkt; de lichtaccenten zijn later aangebracht. Punaisegaten in elke hoek wijzen erop dat het doek of het papier eerst opgeprikt zijn geweest, waarschijnlijk aan de binnenkant van het deksel van zijn schilderkoffer.

 

Deze bijdrage verscheen ook in de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad De Echo.

klik hier voor meer informatie over dit object