Liggende leeuw

In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een gipsen model van een, dat in 1890 werd aangeboden aan J.M.F. Wellan, ingenieur bij Rijkswaterstaat en aan een van de ontwerpers van het Merwedekanaal. In 1891 werd een sifon aangelegd onder het zojuist voltooide Merwedekanaal. Dit sifon diende om het Amsterdamse grachtenwater onder het kanaal door in het IJ te spuien en fris IJ-water in de grachten binnen te laten. Met de aanleg van het Merwedekanaal kwam het grachtenwater niet meer rechtstreeks uit het IJ, maar moest het onder het kanaal door worden gepompt. Ter versiering van het sifon werden twee paar leeuwen, vervaardigd uit Frans bergsteen door beeldhouwer Bart van Hove, aan weerszijden van het sifon geplaatst. Van elk stel leeuwen had een de linkerpoot over de rechter geslagen en de ander de rechterpoot over de linker. Bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal in 1943 (een verbreding en verlenging van het Merwedekanaal) stonden de leeuwen in de weg en werden ze opgeslagen. Twee van de leeuwen zijn uiteindelijk in Emmeloord terechtgekomen, de twee anderen in het plaatsje Kraggenburg. In 2010 plaatste Emmeloord vier zwarte betonnen replica's van één van de Emmeloordse leeuwen bij de opgeknapte Poldertoren, naar een ontwerp van kunstenares Marieke van Diemen. Deze vier leeuwen zijn een afgietsel van de leeuw met de rechterpoot over de linker. De mal voor deze leeuwen zijn ter beschikking gesteld voor de vervaardiging van de vier leeuwenbeelden die sinds 2015 weer aan de ingang van het Amsterdam-Rijnkanaal. Omdat deze allemaal van dezelfde mal zijn gemaakt, hebben de vier nieuwe beelden die nu langs het kanaal staan dus de rechterpoot over de linker.