Kunst voor het volk
Vorig jaar waren twee werken van Peter Alma te zien in ‘eigen huis’. Zijn schilderij Oorlog en een van zijn Beeldstatistieken waren opgenomen in de tentoonstelling 'Made in Amsterdam - 100 jaar in 100 kunstwerken'. Alma was daar helemaal op zijn plaats, want hij kan met recht beschouwd worden als één van de beste twintigste-eeuwse Amsterdamse kunstenaars. In de tentoonstelling in Arnhem wordt zijn ontwikkeling van De Stijl tot communisme in beeld gebracht door zijn werk in een cultuurhistorisch perspectief te plaatsen. Aanvankelijk werd hij door de ideeën van De Stijl aangetrokken om kunst te maken voor een nieuwe, betere wereld, maar al vrij snel vond hij de vormtaal te abstract. Hij ontwikkelde een figuratieve beeldtaal en koos maatschappelijke onderwerpen. Geïnspireerd door de Russische revolutie in 1917 wilde hij kunst maken met een groter bereik. Hij maakte schilderijen, maar ook houtsneden, beeldstatistieken en muurschilderingen. Van zijn monumentale kunst zijn de wandschilderingen in het Amstelstation het meest bekend. Andere werken in openbare gebouwen zijn inmiddels ontmanteld, sommige zijn achter voorzetwanden verdwenen of ondergebracht in museale collecties.
Van NINT naar Amsterdam Museum
Het Amsterdam Museum heeft elf werken in bruikleen gegeven voor de expositie in Museum Arnhem, waaronder zes schilderingen uit een serie van acht wandpanelen die Alma vervaardigde voor het Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek (NINT). In 1956 schilderde hij handwerkslieden tijdens het uitoefenen van hun beroep, een soort stripverhaal rond het thema arbeid. Dat klopte helemaal met de tijd van wederopbouw toen er veel behoefte was aan handarbeiders. Voortgekomen uit het Museum van den Arbeid, dat in 1923 was opgericht, stelde het NINT zich ten doel om de jeugd te enthousiasmeren voor technische beroepen. Tussen 1952 en 1983 was het instituut gevestigd in een oude school aan de Rozengracht, daarna verhuisde het naar de Tolstraat en werden de wandpanelen overgedragen aan het Amsterdams Historisch Museum. Omstreeks de eeuwwisseling trad New Metropolis en later het NEMO Science Museum in de voetsporen van het NINT.
De schilderingen van de handwerkslieden verdwenen in het museumdepot waar ze goed zijn bewaard maar het is aan de samenstellers van de tentoonstelling in Arnhem te danken dat de context, waarin Alma het werk vervaardigde, nu - na zestig jaar - goed is gedocumenteerd. Voor meer informatie zie de catalogus 'Peter Alma - Van De Stijl naar communisme', de website van Museum Arnhem en de informatieve blog en het filmpje van een bezoeker van de tentoonstelling.