Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers onderzochten de band tussen Ajax en de wijk Watergraafsmeer. Dit deden ze vanuit het werkcollege sportgeschiedenis gegeven door Professor Th. Steven. Op het Geheugen van Oost wordt hun scriptie uitgelicht. Het onderzoek duikt in het verleden van de bekende voetbalclub Ajax, die vele successen heeft weten te behalen. Wekelijks kun je hier meer te weten te komen over Ajax en de band met zijn stadswijk. Vandaag meer over Middenmeer, de buurt die bekend staat om de sport en speelterreinen.
het groene Middenmeer
Ajax en de Watergraafsmeer
NA 1945: DRIE NIEUWE TUINDORPEN. DEEL 3: MIDDENMEER
Middenmeer (1958-1960) verrees naast de Geleerdenbuurt. Om precies te zijn tussen de Kruislaan en de Van der Waalstraat. Vanwege de bouw in twee, drie en vier woonlagen wordt Middenmeer tuinstad genoemd. De 1200 woningen en dertig winkels zijn grotendeels gebouwd door particulieren, die in 1939 het terrein kregen toegewezen van de gemeente na een grondruil.
Veel groen
Hoewel de wijk armoedig afsteekt bij de Geleerdenbuurt, doordat de gemeente geen invloed op het uiterlijk van de bouw had, is het er groen en wordt de zonsinval optimaal benut door oost-west bebouwing. Van de zeventien hectare die gebruikt werden moest de helft toegewezen worden aan de gemeente voor de aanleg van brede wegen, plantsoenen en grasvelden.
De oude boerderij ‘Goed Genoeg’, waar de voetbalclub AFC goede herinneringen aan had, ging in 1955 teloor. Toch kwam er al met al steeds meer ruimte beschikbaar voor sportterreinen, speelplaatsen en jeugdterreinen. In 1931 waren er 193 hectare beschikbaar, in 1967 was dat gegroeid tot 472.
Alleen voor paard en wagen
Er veranderde veel in de loop van de jaren, ‘Langzamerhand veranderde het beeld. Eerst genoten we van het zand dat er werd opgehoogd. We speelden daar dagenlang. Gevaar voor verkeer? Nee hoor, er waren geen auto’s. Wij liepen in een lange rij over de hoofdweg en zongen: ‘Wij wijken niet, voor niemand niet, alleen voor paard en wagen.’ Jawel, voor paard en wagen. Voor een auto moest je naar Amsterdam! En een vliegmachine? Daarover zong je: ‘Een vliegmachien, nog nooit gezien!’ bevestigd Letty van Gelder-Rudelsheim (1915).
Klik hier om de rest van de scriptie te lezen op het Geheugen van Oost.
245 keer bekeken