Het lijkt erop dat de avondjapon meerdere malen dienst heeft gedaan, want de japon is verschillende keren vermaakt. Het lijfje is afgezet met een strik aan voorzijde, links op het décolleté, die er later opgezet is. De strik is wel van dezelfde stof als de japon. Mogelijk was de strik oorspronkelijk het ceintuur.
Het lijfje is rond 1900 vermaakt of later vermaakt voor verkleedpartijen. Er is tule uit de hals gehaald, waarschijnlijk voor een feest, er zijn nog sporen van tule in de halslijn en voorsluiting te vinden. De taille is rond 1900 ingerimpeld om het lijfje een bloesend effect te geven. Het lijfje is uitgelegd bij de strik en halslijn. Ook zijn er naaisporen gevonden in de voering en in de tailleband. De zuurvlekken in de hals duiden op het gebruik van de japon voor verkleedpartijen. Deze vlekken ontstaan doordat er vaak bij verkleedpartijen geen passende onderkleding werd gedragen.
Het lijfje wordt in de rok gedragen, aan de achterzijde van het lijfje is een haak bevestigd zodat het lijfje aan de rok gehaakt kan worden. De rok valt glad van voren. Ook aan de rok is vermaakt: de rok en het beleg zijn uitgelegd. Het ceintuur, waarvan naai- en vouwsporen te zien langs de bovenzijde van de rok, is mogelijk de strik op het lijfje.