Maar de tentoonstelling is ook het verhaal van Louise van Teylingen-Schiffmacher, die in de eerste zaal over de punk-graffiti van de jaren zeventig haar jeugdliefde, Ivar Vičs aka Dr. Rat, meer dan levensgroot op de muur ziet. Ze ontmoet er Henriette Vičs, de moeder van Ivar. Diana Ozon kijkt naar een foto van haar eigen jongere zelf.

Louise Schiffmacher en Henriëtte Vičs voor de foto van Dr. Rat.  Foto Annemarie de Wildt

Louise Schiffmacher en Henriëtte Vičs voor de foto van Dr. Rat. Foto Annemarie de Wildt

Traantje

Een opening is zo bijzonder omdat daar alle verhalen in levende lijve samenkomen. Natuurlijk niet als we oude meesters laten zien, maar wel bij de recente (kunst)geschiedenis. Ook op de opening van Graffiti. New York meets the Dam zijn de hoofdpersonen van het verhaal bijna allemaal aanwezig . De schrijvers van de jaren tachtig, en de urban artists van nu, de Amerikanen en de Nederlanders, de verzamelaars en de galeriehouders. Er worden herinneringen opgehaald, er wordt soms zelfs een traan weggepinkt. Uit ontroering, omdat het werk en de verhalen van de vandalen die achterna gezeten werden door politie en metropersoneel, nu in het stadsmuseum beland is.

Ontsnapt door de Schuttersgalerij

Na afloop staan de schrijvers op het pleintje in de St Luciënsteeg. De stemming is uitgelaten, maar gelukkig gaat niet iedereen spontaan het museum taggen. Jasper Krabbé (Jaz) kan er maar niet over uit dat het werk van hem en de rest van de USA crew nu in het museum hangt. “Echt te gek. Ik ben in de jaren tachtig nog wel eens het museum ingerend toen ik, samen met Niels Meulman,  gepakt was voor schrijven in de tram”. Hij werd met een handboei aan de tramstang vastgemaakt maar wist, toen ze overgedragen werden aan de politie, weg te komen. Jasper en Niels ontsnapten door de Schuttersgalerie van het (toen nog) Amsterdams Historisch Museum.

‘I am bombing too’

Met de makers van de tentoonstelling, directeur Paul Spies en de Amerikaanse schrijvers gaan we eten in ArtDeli. Ik zit naast Quik, het alter ego van Lin Felton. Eindelijk tijd om wat langer met iemand te praten dan de snelle gesprekjes in de tentoonstellingszalen en het museumrestaurant. 

Quik (rechts) met Floor Wesseling (links), een van de ontwerpers van Graffiti en gast conservator Aileen Middel in restaurant ArtDeli. Foto Annemarie de Wildt

Quik (rechts) met Floor Wesseling (links), een van de ontwerpers van Graffiti en gast conservator Aileen Middel in restaurant ArtDeli. Foto Annemarie de Wildt

Ik vraag hem naar zijn eerste ervaringen in Amsterdam in 1983. “It changed my life” zegt hij. Op straat zeiden de mensen hem vriendelijk gedag. Nog nooit had hij in New York meegemaakt dat ‘caucasian people’ (blanken) hem gedag zeiden. Hij was gewend om als hij langs de witte benedenbuurman liep, die ’s ochtends vroeg met een bierbuik en een fles bier voor de deur stond, ‘nigger’ toegesnauwd te krijgen. “After Amsterdam, I never ever wanted to live in New York again”. Iedereen was vriendelijk en de stad was zo mooi. Lin was stomverbaasd dat al die mooie huizen en zelfs kerken onder de graffiti zaten. Maar als dat nu eenmaal zo is, ‘I am bombing too’.  Bovendien was taggen een goede manier om de weg te vinden. Gewend als hij was aan de rechte straten van New York, raakte hij telkens de weg kwijt in de gebogen straten en grachten van Amsterdam. "It’s like dogs pissing". Quik volgde zijn eigen spoor van tags terug naar zijn hotel in de Van Eeghenstraat.

“Mr. Felton, Please, write my name”

Quik woont afwisselend in Nederland (onder andere in Groningen en Maastricht), in Parijs, Berlijn en New York. Een van zijn mooiste ervaringen in Nederland was een workshop die hij gaf in de Mesdag kliniek waar tbs-patiënten behandeld worden. Ze proberen echt om mensen beter te maken, heel wat anders dan in Amerikaanse gevangenissen, zegt hij, nog steeds verbaasd over het verschil tussen Nederland en de Verenigde Staten. Hij vertelt mooie verhalen over zijn ervaringen als Engelse leraar in Amerika. Zijn leerlingen waren zeer onder de indruk van zijn handschrift op het bord. “Mr Felton, please write my name.” Dat deed hij, in graffiti stijl, als ze tenminste hun huiswerk maakten. Overal aan tafel worden verhalen verteld en een enkele oude beef (vete) uitgevochten. New York met the Dam. Het was geweldig om daar deel van uit te maken.