Het pand waar De Appel sinds begin juni 2012 huist (Prins Hendrikkade 142) heeft een veelbewogen geschiedenis vol tabak, zeemansverhalen, socialistische strijdlust, drugs, mystiek en muziek.
De Appel is open
Topsy Turvy geschiedenis van het pand
Rond 1728 liet de vermogende tabaksfabrikant Jan Agges Scholten, Heer van Aschat (1690-1772) het pand verbouwen. Afgelopen zaterdag waren er allerlei rondleidingen door het pand. Ik vertelde over de geschiedenis en begon op zolder. Het grote hijsrad op de zolder, achter het bureau van directeur Ann Demeester, is één van de weinige herinneringen aan de 18de eeuw.
In de grote zaal op de eerste verdieping keken we uit over het Binnen-IJ. Daar hadden in de 19de eeuw de kapiteins van College Zeemanshoop hun sociëteitszaal, waar ze elkaar sterke verhalen vertelden en keken naar de schepen in de haven, die aan het eind van de eeuw plaats maakte voor het Centraal Station. Toen Zeemanshoop vertrok, kwam er een school, in 1931 trok de Arbeiders Jeugd Centrale in het pand en in de jaren vijftig het Ankerclubhuiswerk.
De huisdealer van de Kosmos
Op de rondleiding waren ook mensen afgekomen die eerder gebruikers van het gebouw waren: een vrouw die in de jaren vijftig op woensdagmiddag in deze ruimte knutselde bij het Ankerclubhuis én de vroegere huisdealer van de Kosmos. Eerder had Willem de Ridder in dezelfde zaal verteld over de oprichting van Fantasio in 1967 en de performances van Otto Mühl waarbij poep, urine en bloed door de ruimte spatten.
Groene kamer en oranje doodskist
In de achterkamer van de belle etage had Scholten een groen met gouden eetkamer laten inrichten in de Lodewijk XIV stijl, die op dat moment in de mode was: een groene wandbetimmering met goudvergulde accenten. Nu is dat een verduisterde ruimte met werken op video. Topsy Turvy heet de openingstentoonstelling rond het thema van carnaval en de omgekeerde wereld. In de geschiedenis van het gebouw vonden ook radicale metamorphoses plaats. De zeer Oranjegezinde Scholten zou geschokt zijn als hij geweten had wat er later in zijn fraaie pand gebeurde: de tabak maakte plaats voor drugs en op Koninginnedag 1969 trok vanuit Prins Hendrikkade 142 een groep met oranje doodskist de stad in om ‘Oranje te gaan begraven’.
Niet krijsen
We eindigen de wandeling door drie eeuwen geschiedenis in het souterrain, vroeger de sauna van de Kosmos. De houten banken van restaurant Moes, dat daar nu zit, doen denken aan het saunameubilair. Vroeger hingen de buren een bordje over de schutting tussen de tuinen, bedoeld voor de saunagasten die daar in een koud bad sprongen: ´Gelieven het krijsen te beperken. Bedankt. De Buren.` Tegenwoordig is het een rustige plek om koffie drinken en appeltaart te eten.
Zie voor de geschiedenis van het pand: Annemarie de Wildt, De vele levens van Prins Hendrikkade 142, in: The Shadowfiles #2 2012 Metamorphosis.
Binnenkort zijn de rondleidingen bij de Appel als podcast beschikbaar.
422 keer bekeken