Sinds 18 jaar komen op de avond van de 30 juni nazaten van de ‘tot slaaf gemaakten’ bijeen op het Surinameplein. Het woord slaven gebruiken ze liever niet, hun Afrikaanse voorouders werden immers niet als slaaf geboren maar in slavernij gebracht. Ik trof er een kennis. ‘Wat brengt jou hier?’ vroeg ik. Hij antwoordde: "Mijn vriendje zei: ik moet altijd met jou mee naar 4 mei, zei hij, ga jij nou maar eens naar Keti Koti".

Invented tradition

Wethouder Andrée van Es haalde in haar toespraak het eerder in de week gepresenteerde onderzoek naar Amsterdamse slaveneigenaren aan om de verbondenheid tussen Amsterdam en de slavernijgeschiedenis aan te geven. Via Google Maps is te zien hoeveel grachtengordelbewoners (mede)eigenaar waren van een plantage in Suriname. Het bekijken van de kaart brengt de slavernij letterlijk dichterbij of, zoals acteur Felix Burleson tijdens de bijeenkomst op het Surinameplein zei: "Mijn voorouders waren een appeltje-voor-de-dorst voor jouw voorouders".
De afgelopen jaren zijn allerlei rituelen ontstaan om in de maand voorafgaand aan Keti Koti de (afschaffing van) de) slavernij te herdenken. Sinds een aantal jaren worden er Keti Koti maaltijden georganiseerd, een invented tradition met rituelen die verwijzen naar de slavernij zoals het proeven van het bittere kwasi bita en het inwrijven van elkaars armen met kokosolie, een verwijzing naar het verzachten van de brandmerken.

Opa Eliezer

De ontdekking in 2002 dat op de joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk in 1629 de (vrijgemaakte) slaaf Eliezer begraven werd, die waarschijnlijk met zijn eigenaren naar Amsterdam gekomen was, was voor Perez Jong Loy, de voorzitter van de vereniging Opo Kondreman, de aanleiding om een jaarlijkse boottocht naar Ouderkerk te organiseren om daar ‘op bezoek te gaan bij opa Eliezer’. Joodse tradities botsten een beetje met de Surinaamse gewoonten. Op Joodse begraafplaatsen is het gebruikelijk om een steentje achter te laten na een bezoek aan het graf. Op de boot werd verteld dat de Joodse gemeente liever niet had dat er plengoffers gebracht werden. Maar tijdens het winti ritueel rond het graf van de 'goede dienaar Eliezer' plengde Nana Abrewa toch wat water uit een kalebas rond zijn graf. De voorzitter van de Joodse gemeenschap kon er niet mee zitten. Het was een mooie mix van Surinaamse vrouwen in (blauw-witte) rouwkleding, mannen met Marrondoeken om, ROC scholieren die onwennig een keppeltje droegen, de burgermoeder van Ouderkerk met een angisa en andere belangstellenden en journalisten. Na afloop waren er heftige toespraken over de noodzaak tot dekolonisatie van de geest en een indrukwekkend gedicht van de Antiliaanse Amsterdammer Quinsy Gario.

Plengoffer

Ook bij de nationale Keti Koti herdenking op 1 juli in het Oosterpark spelen sinds 5 jaar winti rituelen een rol. Wintipriesteres Marian Markelo plengt water rond het monument, roept de voorouders aan én spreekt op humoristische wijze de aanwezige politici, waaronder premier Rutte, toe over hun verantwoordelijkheid om het herdenken mogelijk te maken. "Laat die geschiedenis van ons allemaal gaan worden". Naast het herdenken van het verdriet om wat de voorouders mee moesten maken, is Keti Koti ook vooral een feest; met muziek, dans, gemberbier, bloedworst en bara’s. En een feest voor het oog met alle kleurrijke gewaden en fel beschilderde schaafijskarretjes onder een stralende zon in het Oosterpark.