Een vrouw met een zwart kapje als personificatie van de Winter, ca. 1711-1750
Cornelis Troost (1696-1750)
38 x 27,7 cm, zwart en wit krijt op papier

Verbeeldingen volgens Cesare Ripa

Een belangrijk boek dat heeft bijgedragen aan de wijze van afbeelden van abstracte begrippen, zoals jaargetijden, is afkomstig van de Italiaanse schrijver Cesare Ripa (ca.1555-1620). In zijn boek Iconologia uit 1593 beschrijft hij onder meer hoe de menselijke verbeeldingen van de vier jaargetijden uitgebeeld dienden te worden en waarom dit zo moest. De tekening van de jonge vrouw verbeeld als de Winter draagt een donker kostuum en een zwart kapje op haar hoofd, afgezet met een kanten randje. Om haar hals draagt zij een hermelijnen bontje, ook wel palatine genoemd. Deze kleine stola werd gedragen door welgestelde vrouwen in de achttiende en negentiende eeuw. De witte wintervacht van de hermelijn die hier voor werd gebruikt stond symbool voor een zuiver karakter.  Het staartpuntje blijft zwart, wat als stippen in de palatine is terug te zien. Warme kleding als symbool voor de Winter, was geheel in lijn met wat Cesare Ripa in de zestiende eeuw al beschreef. De Winter moest volgens hem onder andere ‘met laecken en vellen bekleet zijn.’ De jonge vrouw verbeeld als de Herfst is afgebeeld met bladeren van wijnranken in het haar. Ook dit is precies zoals Cesare Ripa het beschreef. Hij schreef ‘herbst is prachtigh gekleet en op 't hoofd salse een krans van Druyven met blaeders hebben.’ 

Blauw papier

De twee tekeningen zijn beiden vervaardigd op blauw papier. Een blauw papieroppervlak werd op diverse manieren verkregen.  Zo kon krijtpoeder met een pigment worden gemengd en over wit papier worden gewreven.  Hiervoor werd blauw glas, smalt, verpulverd voor het maken van een blauw pigment. Ook kon een vloeistof met een brede kwast of spons over het papier uitgestreken worden. Dit gekleurde papier mocht echter geen ‘blauw papier’ heten. Deze term mocht alleen gebruikt worden indien de blauwe kleur werd toegevoegd voordat het papier in vellen werd vervaardigd, niet achteraf.  Blauw papier werd behalve als tekenpapier ook veelvuldig gebruikt als decoratief inpakpapier en als beschermend inpakpapier voor suiker. Hierdoor waren de hoeveelheid blauwe vodden, dé grondstof voor het vervaardigen van blauw papier, niet toereikend voor de grote vraag. Vermoedelijk ontdekten de Hollanders als eerste dat uit een Braziliaanse tropische houtsoort, campechehout, een blauwe stof gehaald kon worden, waarmee papier een heldere blauwe kleur kreeg. Deze ontdekking is lang voor de rest van de wereld geheim gebleven, waardoor de Republiek de enige producent van blauw papier was. Troost heeft het oppervlak van deze tekeningen geheel bedekt met krijt, waardoor het blauw van het papier niet zichtbaar is. Voor deze tekeningen koos Troost voor wit krijt in combinatie met zwart krijt, au deux crayon genoemd, wat in de achttiende eeuw vaak werd toegepast.

Een vrouw met wijnranken in het haar als personificatie van de Herfst, ca. 1711-1750
Cornelis Troost (1696-1750)
39,7 x 28,6 cm, zwart en wit krijt op papier

Vier seizoenen

Hoewel Troost meer van dit soort tekeningen heeft vervaardigd is het vermoeden dat deze twee behoren tot dezelfde seizoenenreeks. Het materiaal, de techniek en de afmeting komen met elkaar overeen. Helaas zijn tekeningen die behoren tot eenzelfde reeks vaak verspreid geraakt over diverse musea of in het ergste geval niet meer te achterhalen.  Het Städel Museum in Frankfurt am Main heeft van de hand van Troost óók twee personificaties van jaargetijden in haar bezit, de Zomer en de Lente. Behoren die twee tekeningen bij een andere reeks of misschien toch bij deze tekeningen? Ondanks dat deze twee tekeningen met pastelkrijt zijn getekend, gedateerd en gesigneerd zijn, komen ze wat betreft formaat overeen en vormen samen één seizoenenreeks. Ook hier lijken de afgebeelde vrouwen één en dezelfde jonge vrouw te zijn. De Zomer heeft in deze tekening korenaren in het haar en draagt de Lente een hoofddeksel versiert met bladeren en bloemen. Ook deze tekeningen zijn volgens de richtlijnen van Cesare Ripa gepersonifieerd. De andere overeenkomst tussen de tekeningen is de zijwaartse blik van de jonge vrouwen. De geportretteerden kijken allen ‘opgeschrikt’ opzij. Troost lijkt dat moment te hebben vastgelegd, als een ‘snap-shot’. Dit resulteerde in een levendige en dynamische blik en houding van zijn modellen, vermoedelijk zijn jonge dochters.

Sara Troost

Het is aannemelijk dat één van zijn dochters model heeft gestaan voor deze tekeningen. Met een groot gezin van acht kinderen, waarvan vijf dochters, had Cornelis Troost veelvuldig de mogelijkheid hen te portretteren. En wat is er leuker om je eigen kinderen vast te leggen in een kunstwerk? In deze tijd fotograferen ouders ook vaak hun kinderen om vervolgens deze ‘plaatjes’ te delen met familie en vrienden. Vermoedelijk maakte Troost geen tekeningen van zijn kinderen voor familie en vrienden, maar kunst om te verkopen en zo geld te verdienen. Van meer dan twintig tekeningen is bekend dat één van zijn dochters is afgebeeld. Waren zij zijn inspiratiebron? Troost was dat voor zijn dochter Sara (1732-1803) in ieder geval wel. Naast dat zij vaak als zijn model fungeerde, was zij ook zijn eerste leerling en werd door hem opgeleid tot een professionele schilderes. Of zij een palatine droeg, zoals de personificatie van de Winter is afgebeeld, valt te betwijfelen. Ondanks het succes van haar vader liet hij het gezin na zijn dood onbemiddeld achter. Gelukkig was de toen 18-jarige Sara al zo ver gevorderd dat zij met haar werken een aanzienlijke bijdrage kon leveren aan het gezinsinkomen. Maar niet alleen Sarah, ook haar andere thuiswonende zussen, droegen financieel allen hun steentje bij aan het gezinsonderhoud. Evenals hun moeder.

 

Deze tekening zit in het thema Voorbeeld(ig)

 

Ebru, Marije en Safira maakten nieuwe tekeningen gebaseerd op het werk van Cornelis Troost >